Tekst bewerken
Tekst bewerken
Om in de tekst bewerkingsmodus te komen zijn en verschillende mogelijkheden:
- Dubbelklik op de tekst
- Klik met rechts op de tekst en kies "Bewerk element"
- Klik op de tekst en druk op Ctrl+E (Mac: Cmd+E)
Opmaak en invoer opties zijn beschikbaar in de tekstwerkbalk onderaan het venster.
Bewerkingscommando's en toetsenbord sneltoetsen
In de tekstbewerkingsmodus zijn de volgende commando's beschikbaar:
- Ctrl+B (Mac: ⌘+B) vet
- Ctrl+I (Mac: ⌘+I) cursief
- Ctrl+U (Mac: ⌘+U) onderstrepen
- Home End ← → ↑ ↓ verplaatst de cursor
- Backspace (Mac: Delete) verwijder het karakter links van de cursor
- Delete (Mac: → Delete or fn+Delete) verwijder het karakter rechts van de cursor
- Return start nieuwe regel
- F2 (Mac: fn+F2) voeg speciale karakters in (zie hieronder)
Sneltoetsen voor speciale karakters
In de tekstbewerkingsmodus zijn de volgende sneltoetsen beschikbaar om een aantal speciale karaketers in te voeren:
Ctrl+Shift+B: Mol
Ctrl+Shift+F: Forte
Ctrl+Shift+H: Herstellingsteken
Ctrl+Shift+M: Mezzo
Ctrl+Shift+N: Niente
Ctrl+Shift+R: Rinforzando
Ctrl+Shift+S: Sforzando
Ctrl+Shift+Z: Z
Symbolen en speciale karakters
Je kunt Speciale karakters dialoog gebruiken om kwartnoten, breuken en vele andere speciale symbolen of karakters in de tekst in te voegen. Klik op het toetsenbord icoon in de tekstwerkbalk of druk op F2 (Mac: fn+F2) om het Speciale karakters dialoog te openen.
Dubbelklik op een item in het Speciale karakters dialoog om het toe te voegen aan de tekst op de positie van de cursor.
Merk op dat het niet mogelijk is om het Speciale karakters dialoog weer te geven als je niet in tekstbewerkingsmodus bent en dit moet niet verward worden met het menu item met dezelfde naam in de Mac OS X versie van MuseScore.