Repetitietekens worden op een aantal manieren gebruikt:
Repetitietekens bestaan normaal gesproken uit één of meerdere letters en/of nummers die in volgorde geplaats zijn in de partituur—bv. A, B, C…, of 1, 2, 3… etc. Een alternatieve manier is het weergeven van maatnummers (meestal groter dan de standaard maatnummers, vetgedrukt en/of ingesloten in een rechthoek). Meermaatsrusten worden automatisch onderbroken voor en na een repetitieteken.
Repetitietekens kunnen (i) automatisch, wat ervoor zorgt gezorgd dat ze in volgorde staan, of (ii) handmatig waarmee je zelf de benaming kunt invoeren.
Om handmatig een repetitieteken te plaatsen doe je het volgende:
Gebruik één van de volgende opties:
Opmerking: (1) Standaard worden repetitietekens in volgorde toegevoegd, A, B, C etc. (2) Om de opmaak van de volgende repetitietekens die worden toevoegt aan te passen (kleine letters of nummers) pas je eerst het vorige repetitieteken aan. (3) Tekens die worden toegevoegd tussen bestaande repetitietekens voegen een getal of letter toe aan het voorgaande repetitieteken. Het is een goed idee om de hierna de herbepaal opeenvolgende repetitietekens opdracht uit te voeren (zie hieronder).
In MuseScore kun je automatisch van een serie van repetitietekens de volgorde herbepalen indien deze om welke reden dan ook niet meer in volgorde zijn. Gebruik hiervoor de volgende methode:
MuseScore bepaald de volgorde aan de hand van het eerste repetitieteken in de selectie en zal alle repetitietekens aan de hand hiervan aanpassen. De volgende sequenties zijn mogelijk:
Repetitietekens zijn een variant van de systeemtekst die zowel in de partituur als in iedere partij wordt gebruikt. Standaard zijn deze in een groot vetgedrukt lettertype in een kader met afgeronde hoeken. Alle aspecten van het uiterlijk kunnen worden aangepast via de tekststijl: repetitieteken.
Zie zoeken (Weergave en navigeren).