De muzikale terminologie tempo betekent de snelheid of het tempo van een compositie. Muzikanten gebruiken tempomarkeringen/markeringen om het tempo aan te geven. Ondersteunde tempomarkeringen zijn onder meer:
De synthesizer van MuseScore is gebaseerd op twee instellingen:
De handmatige / overschrijvende afspeelinstelling binnen geselecteerde object(en) Eigenschappen paneel gebruikt een speciale eenheid "BPM". "BPM" is het aantal kwartnoten binnen één minuut in decimaal getal. Het heeft niets te maken met de muzikale beat. Het is niet het hele getal dat conventioneel in metronoommarkeringen of in de partituur wordt gebruikt. Deze eenheid wordt ook gebruikt in het afspeelpaneel.
Muzikanten gebruiken tempomarkeringen om de waarde van één tel aan te geven, maar MuseScore gebruikt de telinformatie niet binnen tempomarkeringen. Maatinformatie wordt alleen verkregen van de Maatsoorten.
Tempomarkeringen zijn MuseScore-tekst, behalve de tempoveranderingslijnen. Dat zijn MuseScore-lijnen die tekst bevat, zie Tekst en Andere lijnen hoofdstuk. Ze gedragen zich als Systeemtekst of "Systeemtekstlijn".
Het afspelen volgt standaard de geschreven inhoud. Als je het getal bewerkt, verandert het afspelen ook. Dit gedrag is veranderbaar, zie de sectie "Het afspelen van tempomarkeringen wijzigen". Als de noot en de verlenginspunt per ongeluk worden verwijderd of als er een andere nootwaarde nodig is, moeten professionele symbolen worden gebruikt, zie de sectie "Uiterlijk veranderen".
Het tempo verandert langs het verankerde bereik van het object, zie het hoofdstuk Andere lijnen.
MuseScore begrijpt de geschreven inhoud niet. Deze items hebben een vooraf gedefinieerde tempo-instelling. In het Tempo-palet van Musescore 4.2, standaard:
De instelling kan worden gewijzigd, zie de sectie "Afspelen wijzigen".
MuseScore begrijpt de geschreven inhoud niet. In het Tempo-palet van Musescore 4.2, standaard:
Al deze instellingen kunnen worden gewijzigd, zie de sectie "Afspelen wijzigen".
Alle markeringen zijn te vinden in het Tempo palet, zie het hoofdstuk De paletten gebruiken. Nieuwe tempomarkeringen worden bovenaan het systeem geplaatst (een opmaakterm, zie het hoofdstuk Pagina opmaak concepten), ze gedragen zich als "Systeemtekst" of "Systeemtekstlijn", zie Notenbalk-, Systeem- en Expressietekst hoofdstuk.
Om een metronoommarkering, tekstuele tempo aanduiding of metrische modulatie aan de partituur toe te voegen, gebruik je een van de volgende methoden:
Om een Metronoommarkering toe te voegen die een geschikte nootwaarde gebruikt door gebruik te maken van de telinformatie uit de maatsoort:
Om een Tempowijzigingslijn toe te voegen, gebruik je de methoden die zijn uitgelegd in het hoofdstuk Andere lijnen: lijnen toepassen. Een veelgebruikte methode is om het toe te voegen aan een geselecteerd bereik:
Het afspelen kan worden geconfigureerd om de geschreven inhoud van Metronoommarkering en metrische modulatie te volgen. MuseScore begrijpt alleen noten- en verlenginspunten professionele symbolen. De verlengingspunt is geen "punt" op het toetsenbord van de computer. Kopieer deze niet vanuit andere programma's of internet, aangezien het niet bepaalde onbewerkte Unicode-tekens zijn.
Andere tekens en cijfers zijn gewone tekens, ingevoerd met behulp van (typen op) een computertoetsenbord. Ze hebben verschillend opmaakgedrag, bijvoorbeeld het wijzigen van het Eigenschappen paneel: Lettertype heeft geen invloed op symbolen, zie het musescore 3 handboek Fonts hoofdstuk. Zie ook het hoofdstuk Tekst invoeren en bewerken.
Tempowijzigingslijnen zijn MuseScore Lijnen. Om het uiterlijk van de stippellijn te veranderen, zie Andere lijnen: lijn-eigenschappen en Elementen direct aanpassen: het bereik van een lijn wijzigen hoofdstukken.
Om de vooraf gedefinieerde tempo-instelling te wijzigen:
Een handmatige/overschrijvende tempo-instelling toewijzen:
- Volg geschreven tempo: verwijder het vinkje om geschreven inhoud op de partituur te negeren
- Gebruik specifiek tempo: vink dit aan om geschreven inhoud op de partituur te negeren
1. Voer een waarde in bij Gebruik specifiek tempo, deze waarde gebruikt de speciale BPM-eenheid, zie Overzicht.
Om de handmatige tempo-instelling te wijzigen:
Tempowijzigingslijnen zijn MuseScore Lijnen. Het tempo verandert langs het verankerde bereik van het object. Om het bereik te wijzigen, zie Andere lijnen: lijn-eigenschappen en Elementen direct aanpassen: het bereik van een lijn wijzigen hoofdstukken.
Tempomarkeringen gedragen zich als "Systeemtekst" of "Systeemtekstlijn", zie Notenbalk-, Systeem- en Expressietekst: Systeemtekst herhalen op andere notenbalken hoofdstuk.
Geselecteerde tempomarkering(en) op een partituur kunnen worden bewerkt met Eigenschappen paneel. De instellingen zijn behandeld in andere secties van dit hoofdstuk. De Eigenschappen: Lettertype eigenschap heeft invloed op gewone tekens, maar niet op de professionele symbolen. Professionele symbolen gebruiken het "Muzieksymbolen lettertype", zie de sectie "Tempostijl". Tekst gerelateerde instellingen worden behandeld in het hoofdstuk Tekst opmaken. Lijngerelateerde instellingen worden behandeld in het hoofdstuk Andere lijnen.
Om de instellingen voor de hele partituur te bewerken, zie de sectie "Tempostijl".
Zie hoofdhoofdstuk Sjablonen en stijlen
Waarden van de "Stijl voor tekst metronoom" kunnen worden bewerkt in Opmaak→Stijl→Tekststijlen→Metronoom. Geen enkel object gebruikt standaard dit profiel. Het doel ervan is het vormgeven van tempomarkeringen die zowel een tekstuele indicatiegedeelte als een metronoommarkeringsgedeelte hebben. Vaak is het metronoommarkeringsgedeelte niet vetgedrukt en iets kleiner. Bron: https://github.com/musescore/MuseScore/issues/13377#issuecomment-147399…