Sprongen en markeringen worden gebruikt om herhaalde secties in een partituur te maken.
Sprongen zijn onder meer:
Markeringen zijn onder meer:
Gebruik een van de volgende methoden
Sprongen en markeringen zijn tekstobjecten en kunnen als zodanig worden bewerkt in het "Tekst" gedeelte van het Eigenschappen paneel. Je kunt ook de tekst naar wens bewerken en vormgeven.
Als je een sprong of markering selecteert kunnen de afspeeleigenschappen ervan worden bekeken in het "Spring" of "Herhalingsteken" gedeelte van het Eigenschappen paneel.
In het geval van sprongen kun je de titels zien van de markeringen waarnaar het afspelen vervolgens springt. Deze standaardinstellingen zouden voor de meeste gebruikers moeten werken maar je kunt desgewenst de bestemmingsmarkeringen wijzigen, zolang de benoemde objecten maar in de partituur voorkomen.
Je kunt ook aangeven of herhalingen worden meegenomen of niet in de sectie waarnaar wordt gesprongen, door "Speel herhalingen af" aan of uit te vinken
Voor markeringen kun je alleen de titel van de markering bekijken en bewerken.
Eigenschappen die specifiek zijn voor sprongen en markeringen kunnen worden bewerkt in het Spring en Herhalingsteken gedeelte van het Eigenschappen paneel. Zie afspelen van sprongen en markeringen aanpassen (hierboven).
Zie ook tekst eigenschappen.
Je kunt de standaard tekst eigenschappen van alle herhalingstekens van een bepaalde tekst stijl wijzigen ('Herhalingstekst links' of 'Herhalingstekst rechts') in Opmaak→Stijl→Tekststijlen.