Pagina-einde, regelafbreking (systeem afbreking) of sectie-einde worden toegepast door het overeenkomstige symbool vanuit het afbrekingen palet te slepen naar een lege ruimte van een maat of op een horizontaal kader in de partituur. De onderbreking wordt gemaakt na de gemarkeerde maat of kader. De blauwe onderbreking symbolen zijn zichtbaar op het scherm maar worden niet afgedrukt.
Systeem onderbreking in een maat zijn soms nodig (met name in strofische gezangen of liederen). Als voorbeeld, de maat is verdeeld in 4 tellen en nu wil je 3 tellen in één system en 1 tel opmaat in het volgende systeem. In dat geval moet je twee maten maken met een verkorte duur. Voor details zie Maat bewerkingen: Splitsen en samenvoegen.
Afstandshouders worden gebruikt om de ruimte tussen twee aangrenzende notenbalken of systemen te vergroten. Sleep een afstandshouder symbool naar een maat boven de ruimte die meer verticale ruimte nodig heeft. Dubbelklik op het symbool en verplaats de handgrepen met de muis om de hoogte van de ruimte aan te passen.
Indien de in de gehele partituur de ruimte tussen de notenbalken wilt aanpassen dan gebruik je de stijl instellingen. Tussenruimte elementen zijn bedoeld voor lokale aanpassingen.
Om een afbreking of afstandshouder toe te voegen:
Er zijn momenten dat je een afbreking of afstandshouder wilt verwijderen. Dit doe je als volgt:
Een sectie-einde kan bijvoorbeeld worden gebruikt om twee delen in de partituur van elkaar te scheiden.
Het kan worden gebruikt samen met een regelafbreking of pagina-einde. Het stelt ook het maatnummer op 1 in. Dus, net zoals bij de eerste maat van de partituur, zal er geen nummer verschijnen bij de eerste maat na de onderbreking, indien zo geconfigureerd (zie Maat-eigenschappen).
Als je de maat- of toonsoort wijzigt aan het begin van een nieuwe sectie dan worden er geen hulp tekens aan het einde van de laatste maat voor de wijziging geplaats. Zie onderstaand voorbeeld: