Tekst opmaken

3 maanden geleden bijgewerkt

    Overzicht

    Niveaus van opmaak

    Opmaak in MuseScore heeft 2 hoofdniveaus, lees eerst Sjablonen en stijlen. Tekst-objecten hebben fijnere niveaus:

    Uiterlijk en functie van tekst-objecten

    Het uiteindelijke uiterlijk en de functie van de meeste objecten in een partituurbestand worden bepaald door:

    • Tekens hebben geen specifieke opmaak. Wanneer er opmaak aan wordt toegevoegd, dan wordt deze altijd gebruikt. Zie Tekens aanpassen hieronder.
    • Tekst-objecten hebben geen specifieke eigenschappen. Wanneer eigenschappen zijn ingesteld in het Eigenschappenpaneel dan zullen ze altijd worden gebruikt, behalve voor tekens die al hun eigen opmaak hebben. zie details in "Tekst-eigenschappen" hieronder.
    • functionele instellingen: alle objecten in een partituur gebruiken waarden in "stijl voor bepaald type object", dit gedrag kan niet worden gewijzigd, maar je kunt de waarden daarvan bewerken.
    • visuele instellingen:
      • een object in een partituur gebruikt automatisch de waarden van de juiste "stijl voor tekst binnen een bepaald type object", zoals "Stijl voor tekst in akkoordsymbolen", "Stijl voor tekst in oneven regels van liedteksten". Dit gedrag kan worden gewijzigd met de eigenschap Meer... > Tekststijl in het Eigenschappenpaneel. Je kunt ook de 12 gebruikers stijlen gebruiken.
      • "Stijl voor tekst in notenbalktekst" is speciaal. Elk tekst gerelateerd object in een partituur gebruikt zijn waarden, tenzij deze worden overschreven. Dit gedrag kan niet worden gewijzigd, maar je kunt de waarden hiervan bewerken.
    • Een subset van karakters gebruikt altijd lettertype-instellingen in 'Stijl'-venster > Partituur: "Lettertype muzieksymbolen" (8 opties): muzikale symbolen zoals Segno, Coda, ottava's, dynamiek symbolen zoals mf en enkele Speciale tekens. Zie MuseScore 3 handboek Fonts (grotendeels hetzelfde als in MuseScore 4.1.1 maar verbeterd en 2 opties toegevoegd).

    Opties in het Eigenschappenpaneel gedragen zich anders, afhankelijk van de huidige selectie.

    "Lettertype", "Stijl", "Grootte", "Subscript en superscript" zijn zowel object-eigenschappen als opties voor de opmaak van individuele tekens. Wanneer je een object wijzig je dit met behulp van het Eigenschappenpaneel, wordt incompatibele opmaak van afzonderlijke tekens wordt hierbij verwijderd.

    "Uitlijning", "Kader", "Tekststijl" zijn object-eigenschappen. Wanneer je afzonderlijke tekens selecteert en deze opties wijzigt in het Eigenschappenpaneel, worden in plaats daarvan de objecteigenschappen gewijzigd.

    Opmaak van tekens wijzigen

    Om tekst inhoud te bewerken, zie Tekst invoeren en bewerken.

    Gebruik het Eigenschappen paneel om de opmaak van individuele tekens te wijzigen. In MuseScore 4 is het instellingenoverzicht dat aanwezig is in MuseScore 2 en MuseScore 3 bijgewerkt en de functie van Tekstwerkbalk (Tekst bewerken) is geïntegreerd in het eigenschappen paneel.

    1. Ga naar de tekstbewerkingsmodus met behulp van een van de volgende methoden:
      • Dubbelklik op het tekst-object.
      • Selecteer het object en druk op F2 of Alt+Shift+E
      • Klik met de rechtermuisknop op het element en selecteer Bewerk element
    2. selecteer de karakters
    3. pas opmaak toe in de Tekst sectie van het Eigenschappen paneel en/of gebruik sneltoetsen (zie Tekst bewerken).

    Opmaak van een tekst-object wijzigen

    Tekst eigenschappen

    Klik Meer om te zien:

    Meer tekst eigenschappen

    Om tekst inhoud te bewerken, zie Tekst invoeren en bewerken.

    Gebruik het eigenschappen paneel om de opmaak van het tekst-object te wijzigen, waardoor mogelijk alle tekens erin worden gewijzigd:

    1. Selecteer tekst-object(en) in de partituur
    2. Bewerk de instellingen in de Tekst sectie van het Eigenschappen paneel.

    De opties spreken voor zich, deze speciale instellingen worden weergegeven nadat je op Meer klikt:
    Volg notenbalk grootte: of de tekst grootte proportioneel verandert, zie Pagina-indeling.
    Tekststijl: Wijzigt welke stijl een tekst-object in een partituur gebruikt, zie hieronder
    Positie: Boven of onder de notenbalk, zie hieronder

    Wijzigen welke stijl een tekstobject in een partituur gebruikt

    Gebruik in het Eigenschappen paneel de eigenschap Tekststijl onder de Meer knop. Het concept van opmaak wordt uitgelegd in het overzicht. Alleen de "stijl voor tekst binnen een bepaald type object" die een tekst-object in een partituur gebruikt, kan worden gewijzigd, deze omvat de "Gebruiker-1" ... "Gebruiker-12", zie hieronder. Zie Sjablonen en stijlen.

    Positie

    Het Eigenschappen paneel wordt gebruikt voor het toewijzen van opmaak aan de tekst-object(en). Wanneer een tekst-object wordt gewijzigd, kunnen alle tekens daarin veranderen. Het Eigenschappen paneel wordt ook gebruikt voor het toewijzen van opmaak aan individuele tekens in een tekst-object, wanneer tekens zijn geselecteerd.

    Het is belangrijk om te weten dat, zelfs wanneer tekens in een tekst-object zijn geselecteerd, sommige eigenschappen die in het venster Eigenschappen worden weergegeven nog steeds de instelling van het tekst-object zijn, maar niet de karaktereigenschap. Dit geldt ook voor de Positie eigenschap.

    Gebruik in het Eigenschappen paneel de eigenschap Positie onder de Meer knop om de plaatsing van het tekst-object te wijzigen . Als er een overschrijvende optie bestaat voor dit type object, is deze in "stijl voor een bepaald type object", maar niet in "stijl voor tekst in een bepaald type object", zie "De waarden in een stijl wijzigen" hieronder. Zie ook het hoofdstuk Sjablonen en stijlen.

    De waarden in een stijl wijzigen

    Het concept van opmaak wordt uitgelegd in het overzicht.

    Begrijp eerst Sjablonen en stijlen. Om waarden binnen een stijl te wijzigen, gebruik je het "Stijl" venster: OpmaakStijl.

    • "stijl voor bepaald type object": je kunt de waarden ervan wijzigen in het venster 'Stijl': linkerdeelvenster
    • "stijl voor tekst in een bepaald type object": je kunt de waarden binnen items wijzigen in het venster 'Stijl': linkerdeelvenster 'Tekststijlen' of
      • Gebruik de efficiëntere manier vanuit het Eigenschappen paneel:
        1. Selecteer een partituurobject dat de stijl gebruikt
        2. Bewerk een eigenschap
        3. Klik op het icoon met de drie puntjes (…) boven de eigenschap en selecteer "Sla op als standaardstijl voor deze partituur"
        4. Herhaal indien nodig voor andere eigenschappen.

    De waarden in de Gebruiker-1 t/m Gebruiker-12-stijl wijzigen

    Om visuele instellingenwaarden toe te wijzen aan een eigen stijl: "Gebruiker-1" tot "Gebruiker-12", gebruik je het "Stijl"-venster: OpmaakStijl > Tekststijlen > Gebruiker-1 ... Gebruiker-12