Afhankelijk van het type tekst dat je wilt toevoegen zijn er één of meer van de volgende drie mogelijkheden beschikbaar:
Specifieke instructies voor ieder type tekst object is beschikbaar in de relevante pagina's van het handboek (zie Tekst). Voor algemene tekst, zie Notenbalk- en systeemtekst hieronder.
MuseScore heeft drie niveaus voor de tekst opmaak:
Tekststijlen: Deze zijn van invloed op de stijl voor een groep tekst elementen (bv. alle notenbalktekst, alle tempo's, alle liedtekst). Om de tekst stijl aan te passen ga je naar Stijl → Tekst… of klik je met rechts op de tekst en kies je Tekststijl….
Opmerking: Het aanpassen van een tekststijl heeft invloed op alle tekst objecten in de partituur die de stijl gebruiken. Voor de volledige details, zie Tekststijlen.
Tekst-eigenschappen: Dit heeft invloed op één specifiek tekst object in de partituur. Om de tekst-eigenschappen van het object aan te passen klik je er met rechts op en kies je Tekst-eigenschappen…. Voor de volledige details, zie Tekst-eigenschappen.
Tekst bewerken: Hiermee kunt u de stijl van individuele karakters binnen een tekst object aanpassen door gebruik te maken van de basis opmaak mogelijkheden zoals Vet, Cursief, lettertype, lettertype grootte, subscript en superscript. Om de inhoud van een tekst object aan te passen:
Voor volledige details, zie Tekst bewerken.
Voor algemene tekst: gebruik Notenbalktekst of Systeemtekst. Het verschil tussen deze twee soorten tekst is dat je de ene kunt toepassen op een enkele notenbalk, en de andere op het hele systeem. Dit is van belang bij "Partijen maken". Notenbalktekst zal alleen verschijnen in de partij van het specifieke instrument waaraan de tekst bevestigd is, terwijl systeemtekst verschijnt in alle partijen. Bovendien, als je ervoor kiest om lege notenbalken te verbergen, zal de tekst die behoort tot een lege notenbalk ook worden verborgen. Systeemtekst wordt niet verborgen door de functie "Verberg lege notenbalken".
Notenbalktekst is tekst voor algemeen gebruik op een bepaalde notenbalk en op een bepaalde plaats in de partituur. Om notenbalktekst toe te voegen bepaal je eerst de plaats door een noot of een rust te selecteren en gebruik je daarna de menu optie Voeg toe → Tekst → Notenbalktekst of gebruik je de sneltoets Ctrl+T (Mac: ⌘+T). Er verschijnt een klein tekstvak en je kunt onmiddellijk beginnen met het invoeren van de tekst. Je kunt het tekstvak verlaten (zelfs zonder tekst), door op Esc te drukken.
Notenbalktekst kan bijvoorbeeld gebruikt worden om aanduidingen toe te voegen zoals "Solo" of "Pizzicato" aan een notenbalk in de partituur. Afhankelijk van deze instructies, kan het MIDI afspelen op de plaats van de tekst op de notenbalk aangepast worden door rechts te klikken op de tekst en te kiezen voor: Notenbalktekst-eigenschappen…
. Zie: Hoe het geluid van een instrument wijzigen (bijvoorbeeld pizzicato, con sordino) halverwege de partituur.
Systeemtekst gebruik je wanneer je indicaties wilt toevoegen aan het hele systeem in plaats van alleen aan een notenbalk. Dit zorgt voor een verschil bij "Partijen maken" of indien je ervoor kiest om lege notenbalken te verbergen. Om systeemtekst toe te voegen bepaal je eerst de plaats door een noot of een rust te selecteren en kies je vervolgens in het menu voor Voeg toe → Tekst → Systeemtekst of gebruik de sneltoets Ctrl+Shift+T (Mac: ⌘+Shift+T). Er verschijnt een klein tekstvak en je kunt meteen beginnen met typen. Je kunt het tekstvak verlaten (zelfs zonder tekst) door op Esc te drukken.