Maatsoorten kunnen worden toegepast op de partituur vanuit het "Maatsoorten" palet.
Dit wordt gedaan in pagina/stap 2 van de Nieuw partituur dialoog.
Gebruik een van de volgende methoden:
Om maatsoorten op een bepaalde notenbalk te verbergen/tonen:
Om alle maatsoortherinneringen uit/in te schakelen (aan het einde van systemen):
Om een individuele maatsoortherinnering te verbergen of weer te geven:
Je kunt hetzelfde doen vanuit het Hoofdpalet (Shift+F9).
In bepaalde gevallen kan een partituur notenbalken tonen met verschillende maatsoorten die tegelijkertijd lopen. Bijvoorbeeld in het volgende (J. S. Bach’s Goldberg Variation no. 26):
De globale maatsoort is 3/4, maar de maatsoort van de bovenste notenbalk is onafhankelijk ingesteld op 18/16.
Om een lokale maatsoort in te stellen voor slechts één notenbalk:
Gebruik een van de volgende opties om het dialoogvenster Maatsoort-eigenschappen te openen:
In dit deel van het dialoogvenster kun je de nominale weergave van de maatsoort aanpassen zonder de onderliggende ritmische waarde te beïnvloeden.
Als alternatief kun je hieronder een keuze maken uit een reeks maatsoortsymbolen.
In dit gedeelte kun je het waardestreeppatroon aanpassen van noten die voorkomen in het gedeelte dat wordt bepaald door de maatsoort.
Vink het vakje "Wijzig ook korte noten" aan als je wilt dat de wijzigingen ook van toepassing zijn op de waardestreepgroepen die er onder staan.
Voor meer informatie over waardestrepen, zie Waardestrepen.
Zie waardestrepen voor meer informatie over de verschillende waardestreep opties.
Er zijn een paar globale stijleigenschappen voor maatsoorten (zie Opmaak→Stijl).
MuseScore lijnt de stokken van stem 1 noten uit volgens de conventies van de muziektheorie. De stokken van stem 2 en stem 4 wijzen daarentegen standaard naar beneden, terwijl de stokken van stem 3 naar naar boven wijzen. Stokken van stem 1 klappen automatisch omhoog in bij aanwezigheid van noten van stem 2 of 4.
Deze actie zal ook een aangesloten waardestreep omdraaien.
Om de stokken van individuele noten te verbergen:
Om alle stokken in een instrumentpartij te verbergen:
Eigenschappen die specifiek zijn voor stokken en vlaggen kunnen worden bewerkt via het tabblad Stok in het Noot gedeelte van het Eigenschappen paneel:
Algemene instellingen voor Stokdikte en Vlagstijl kunnen ook worden ingesteld in Opmaak→Stijl→Noten.
MuseScore plaatst de waardestrepen volgens de waardestreepinstelling die is toegewezen in het maatsoortsymbool dat door de noot wordt gebruikt en de waardestreep-eigenschap van de noot. Standaard hebben de noten geen specifieke waardestreep-eigenschap. Als een eigenschap aan een noot is toegewezen, dan wordt deze altijd gebruikt.
Zie het hoofdstuk Maatsoorten
of
Deze items bevinden zich in het Waardestreep-eigenschappen palet, zie het hoofdstuk De paletten gebruiken.
Nooteigenschappen items:
Dit item verwijdert de specifieke waardestreep-eigenschap van een noot. Noten zonder specifieke waardestreep-eigenschap gebruiken de instelling van de maatsoort, zie overzicht:
De volgende items wijzen regels toe. Afwijzende regels overschrijven tolerante regels.
Dit item creëert een afwijzende regel voor het maken van waardestrepen die de geselecteerde noot en beide aangrenzende noten verbindt. Het dwingt MuseScore om vlaggen te gebruiken in plaats van strepen.
Deze drie items creëren afwijzende regels voor het maken van waardestrepen die de geselecteerde noot en de vorige noot verbinden:
Dit item creëert een tolerante regel voor het maken van waardestrepen die de geselecteerde noot en beide aangrenzende noten verbindt:
Nooteigenschappen items toepassen
Deze items bevinden zich in het Waardestreep-eigenschappen palet, zie het hoofdstuk De paletten gebruiken.
Waardestreep-eigenschappen items:
Gebruik een van de volgende methoden om gevederde waardestrepen te maken:
Houd er rekening mee dat alleen waardestrepen met twee of meer componenten (d.w.z. 16e noten of korter) gevederd kunnen worden.
Zie de bovenstaande tabel voor een beschrijving van de waardestreepsymbool effecten.
Eigenschappen die specifiek zijn voor de waardestreep kunnen worden bewerkt vanaf het tabblad Waardestreep in het Noot gedeelte in het Eigenschappen paneel:
Waardestreepsoort: Wijzig het waardestreep patroon voor de geselecteerde noot/noten.
Gevederde waardestrepen: Ditto.
Horizontaal forceren: Maak de waardestreep van de geselecteerde noten horizontaal.
Waardestreephoogte: Pas de hoogte en hoek van de waardestrepen aan.
Het bewerken van deze eigenschappen wordt behandeld in de bovenstaande secties.
Een paar globale eigenschappen van waardestrepen kunnen worden ingesteld vanuit Opmaak→Stijl→Waardestrepen:
Waardestreep-afstand: De verticale afstand van de ene waardestreep tot de volgende
Waardestreepdikte: Bepaal de dikte van de waardestreep
Minimum lengte onderbroken waardestreep: Stel de minimum lengte van de onderbroken waardestreep in
Maak alle waardestrepen vlak: Vink aan om alle waardestrepen horizontaal te maken, ongeacht de context.
Standaard muzieknotatie volgt normaal gesproken een reeks conventies die zijn ontworpen om het lezen van het ritme te vergemakkelijken. Het basisidee is om noten te groeperen op manieren die duidelijk maken welke noten bij welke tel horen. Regels zijn onder andere:
Een volledige bespreking van dit onderwerp valt buiten het bestek van dit handboek maar voor meer informatie, zie deze informatie (Engelstalig).
Hier is een voorbeeld van een ritme dat verkeerd en daarna correct is geschreven:
MuseScore kan veel van deze gevallen automatisch corrigeren.
Om ritmes te hergroeperen volgens de algemene conventies van standaard muzieknotatie:
Het ritme zelf wordt niet veranderd - alleen de notatie ervan.
Een antimetrisch figuur is een groep noten die de tel op een andere manier verdelen dan normaal is toegestaan door de maatsoort. Triolen bestaande uit drie achtste noten in één tel zijn het meest bekende type antimetrisch figuur.
Een eenvoudig antimetrisch figuur, zoals het hierboven getoonde triool, kan worden ingevoerd in de noteninvoermodus of in de normale modus.
De noot of rust wordt automatisch voor je gesplitst en er wordt een passende notatie toegepast.
De noot of rust wordt automatisch voor je gesplitst en er wordt een passende notatie toegepast.
Als je een reeks antimetrische figuren wilt invoeren en je wilt het antimetrische figuur commando niet voortdurend herhalen, dan kun je de noten van het eerste antimetrische figuren selecteren en vervolgens op R (Herhaal) drukken zo vaak als nodig. Verplaats vervolgens volgende de noten naar hun positie met behulp van de pijlen op het toetsenbord, typ opnieuw of gebruik de toonhoogteherstel modus.
Meer complexe antimetrische figuren kunnen als volgt worden gemaakt:
Antimetrische figuren kunnen worden genest.
Een geneste antimetrisch figuur maken:
Je kunt ervoor kiezen om het getal of de haak van het antimetrische figuur weer te geven of te verbergen, de oriëntatie ervan wijzigen of de lijndikte aan te passen. Zie antimetrische figuur eigenschappen (hieronder) voor details.
De weergave van geselecteerde antimetrisch figuren kan worden gewijzigd in het Antimetrisch figuur gedeelte van het Eigenschappen paneel.
Richting: Of het figuur boven of onder de notenbalk verschijnt. Beschikbare instellingen zijn "Automatisch", "boven" (↑) of "onder" (↓).
Nummertype: Beïnvloedt de numerieke weergave. Keuze uit "Getal", "Verhouding" of "Geen".
Haaktype: Stelt de haak weergave in. Instellingen zijn "Automatisch", "haak" of "geen haak".
Lijndikte: De dikte van de haak, indien weergegeven.
Waarden van de "Stijl voor antimetrische figuren" kunnen worden bewerkt in Opmaak→Stijl→Antimetrische figuren.
Waarden van de "Stijl voor tekst in antimetrische figuren" kunnen worden bewerkt in Opmaak→Stijl→Tekststijlen→Antimetrische figuur.
"Stijl voor antimetrische figuren" bevat
De instellingen omvatten:
Een volledige reeks algemene maatstrepen is opgenomen in het Maatstrepen palet.
Je kunt ook een maatstreep uit het palet naar een maatstreep in de partituur slepen.
Wijzigingen worden automatisch toegepast op alle maatstrepen op hetzelfde punt in de partituur.
Je kunt ook Ctrl ingedrukt houden en een maatstreep van het palet naar een maatstreep in de partituur slepen.
Alleen maatstrepen in de ene notenbalk worden beïnvloed.
Dit zal een "maatstreep" toevoegen voor elke geselecteerde noot. De maatstreep is voor visuele doeleinden en speelt geen rol bij maatbewerkingen.
Als je een maat wilt splitsen door een echte maatstreep in te voegen, zie Een maat splitsen.
Hier hebben we te maken met de verticale uitbreiding van maatstrepen om notenbalken aan elkaar te koppelen of hun verkleining om gedeeltelijke maatstrepen te creëren.
De maatstreep klikt op zijn plaats en alle andere maatstrepen in die notenbalk volgen.
Gedeeltelijke maatstrepen kunnen eenvoudig worden gemaakt door "Omspan vanaf" en "Omspan tot" aan te passen in het Maatstreep gedeelte van het Eigenschappen paneel.
Je kunt eigenschappen die specifiek zijn voor maatstrepen bewerken in het Maatstreep gedeelte van het Eigenschappen paneel:
Stijl: Gebruik dit om de stijl van geselecteerde maatstrepen te wijzigen.
Omspan tot volgende notenbalk: Vink dit aan om de geselecteerde maatstrepen door te laten lopen naar de onderliggende notenbalk.
Omspan vanaf/tot: Gebruik dit om de verticale start- en eindpunten van een of meer geselecteerde maatstrepen in te stellen.
Stel in als standaard voor notenbalk: Past de wijzigingen toe die gemaakt zijn in Omspan tot volgende notenbalk en Omspan vanaf/tot toe op alle maatstrepen in de notenbalk.
Omspan instellingen: Past de geselecteerde instelling toe op een of meer geselecteerde maatstrepen in de partituur.
Een aantal eigenschappen kunnen worden gewijzigd in Opmaak→Stijl→Maatstrepen voor alle maatstrepen in de partituur:
Standaard toont MuseScore maatnummers aan het begin van elk systeem behalve de eerste in een sectie. De nummering begint bij de eerste volledige maat in een sectie.
Als je de maatnummering wilt wijzigen:
Om altijd het nummer van een bepaalde maat te tonen, ongeacht de stijlinstellingen, open je Maat-eigenschappen en selecteer je "Altijd laten zien" in de keuzelijst Maatnummermodus.
Om alle maatnummers te verbergen, verwijder je het vinkje bij "Maatnummers" in Opmaak→Stijl→Maatnummers.
Om het nummer van een specifieke maat te verbergen, ongeacht de stijlinstellingen, open je Maat-eigenschappen en selecteer je "Altijd verbergen" in de keuzelijst Maatnummermodus.
Vink "Sluit uit van maattelling" aan in Maat-eigenschappen (in het Anders deelvenster).
Bewerk "Voeg toe aan maatnummer" in Maat-eigenschappen. Zowel positieve als negatieve getallen kunnen worden gebruikt.
Standaard begint de nummering van maten altijd aan het begin van een nieuwe sectie. Om dit te voorkomen en de nummering doorlopend te maken, selecteer je het sectie-einde en verwijder je het vinkje bij "Maatnummers opnieuw instellen voor nieuwe sectie" in het Eigenschappen paneel.
Om de positie van alle maatnummers aan te passen, bewerk je de X- en Y-correctie van "Positie boven" en "Positie onder" in Opmaak→Stijl→Maatnummers.
Houd er rekening mee dat eventuele wijzigingen aan een maatnummer in het Eigenschappen paneel verloren kunnen gaan als de lay-out verandert.
Waarden van de "Stijl voor maatnummer" kunnen worden bewerkt in Opmaak→Stijl→Maatnummers.
Waarden van de "Stijl voor tekst binnen het maatnummer" kunnen worden bewerkt in Opmaak→Stijl→Tekststijlen→Maatnummer
Andere maat gerelateerde pagina's:
Een maatrust ziet eruit als een hele rust, maar is gecentreerd binnen een maat en geeft aan dat de hele maat (of een stem erin) stil is.
Het wordt gebruikt in alle maatsoorten (behalve 4/2 en 8/4).
Gebruik de volgende methode als alle geselecteerde maten "standaard" zijn, d.w.z. zonder aangepaste duur:
1 Selecteer een maat of bereik van maten.
2. Druk op Del (Mac: Backspace).
Als een of meer van de maten een aangepaste duur bevat, gebruik dan de volgende methode:
Als de stem alleen rusten bevat, kun je de eerste rust selecteren en de conversie uitvoeren.
Een meermaatsrust wordt gebruikt om een reeks lege maten aan te geven, waarbij het aantal maten wordt weergegeven door een cijfer boven/onder de notenbalk.
Meermaatsrusten kunnen aan/uit worden gezet met de sneltoets M of door "Meermaatsrusten" aan te vinken in Opmaak→ Stijl…→Rusten.
Als meermaatsrusten zijn ingeschakeld, worden opeenvolgende reeksen van twee of meer lege maten standaard automatisch omgezet in meermaatsrusten.
Om het minimale aantal lege maten te wijzigen dat nodig is om meermaatsrusten te triggeren:
Meermaatsrusten kunnen onafhankelijk van elkaar worden in- of uitgeschakeld in de (hoofd)partituur en (instrument)partijen.
Meermaatsrusten worden automatisch onderbroken op belangrijke punten, zoals dubbele maatstrepen, repetitietekens, toonsoort- of maatsoortveranderingen, sectie-einden enz.
Je kunt er echter voor kiezen om een meermaatsrust handmatig als volgt te onderbreken.
Je kunt eigenschappen die specifiek zijn voor meermaatsrusten bewerken in het Meermaatsrust gedeelte van het Eigenschappen paneel:
Getal zichtbaar: Dit vakje is standaard aangevinkt. Schakel het uit om het meermaatsgetal te verbergen.
Positie getal: Pas de verticale positie van het meermaatsgetal aan, boven of onder de rust.
Sommige globale eigenschappen van meermaatsrusten kunnen worden ingesteld via Opmaak→Stijl…→Maatnummers:
Andere via Opmaak→Stijl…→Rusten:
Andere maat gerelateerde pagina's:
Een opmaat, ook wel upbeat of anacrouse genoemd, is een gedeeltelijke of onvolledige maat aan het begin van een partituur of sectie.
Opmerking: volgens afspraak begint de maatnummering bij de eerste volledige maat.
Het is een geaccepteerde praktijk om dezelfde duur als de opmaat weg te laten van de laatste maat van het stuk of van dezelfde herhalingssectie. Dezelfde methode van verkorting van de maat is hier van toepassing.
Een maat met afwijkende duur is een maat die korter of langer duurt dan de aangegeven maatsoort.
Een maat van minder duur dan de aangegeven maatsoort kan op precies dezelfde manier worden gemaakt als een opmaat (zie hierboven).
Andere manieren om maten met afwijkende duur te maken, worden hieronder beschreven:
Extra noten/rusten kunnen in een maat worden ingevoegd met behulp van een sneltoets of door gebruik te maken van een speciale invoermodus genaamd Invoegmodus:
Als op enig moment de totale duur van de noten en rusten binnen de maat niet overeenkomt met de maatsoort dan wordt er een klein + of - teken boven de maat weergegeven.
Dit commando voegt geselecteerde maten samen tot één maat.
Methode A. Twee maten samenvoegen:
Methode B. Een willekeurig aantal maten samenvoegen:
Opmerkingen: (1) Als je maten selecteert op slechts één notenbalk in een partituur met meerdere notenbalken dan worden dezelfde maten samengevoegd in elke notenbalk van het systeem. (2) Waardestrepen kan automatisch worden aangepast.
Dit commando voegt een maatstreep in voor een geselecteerde noot, waardoor de maat in tweeën wordt gesplitst.
Gebruik een van de volgende methoden:
Andere maat gerelateerde pagina's:
In het dialoogvenster Maat-eigenschappen kun je verschillende eigenschappen van een individuele maat aanpassen, zoals zichtbaarheid, duur, nummering en breedte ("Uitrekking"). Om alle maten in de partituur te wijzigen, gebruik je Opmaak → Stijl venster : Partituur, Pagina, Maatnummers en Maten categorieën. Om alle maten van één notenbalk in de hele partituur te wijzigen, wijzig je de notenbalk Notenbalk/partij-eigenschappen.
Om Maat-eigenschappen te openen, klik je met de rechtermuisknop op een maat en selecteer je "Maat-eigenschappen".
Als je slechts één maat wilt aanpassen, klik je op OK om de wijzigingen permanent te maken. Als je echter ook aangrenzende maten wilt aanpassen, dan hoef je het dialoogvenster niet te sluiten. Klik gewoon op Toepassen en gebruik vervolgens de pijlen linksonder in het venster om het dialoogvenster naar de nieuwe maat te verplaatsen. Het nieuwe maatnummer verschijnt zowel bovenaan het dialoogvenster als in de statusbalk.
Zichtbaar : Vink de vakjes uit of vink ze aan om de geselecteerde maat te verbergen/weer te geven.
Zonder stok: Vink het vakje aan/uit om stokken te verbergen/weer te geven.
Weergave: Dit is de maatsoort zoals deze is ingesteld in de partituur.
Werkelijk: Pas deze getallen aan om de duur van een maat te verlengen of te verkorten.
Sluit uit van matentelling: Vink aan om de telling de geselecteerde maat te laten overslaan.
Onderbreek meermaatsrust: Zie Maatrusten en meermaatsrusten.
Maatnummermodus: Hiermee kun je het maatnummer voor de geselecteerde maat weergeven/verbergen, ongeacht stijl instellingen.
Voeg toe aan maatnummer: Verandert de nummering vanaf deze maat in de partituur.
Uitrekking van de opmaak: Deze eigenschap wordt normaal gesproken eerst aangepast met een sneltoets (zie Uitrekking), gebruik "Maat-eigenschappen" voor fijnafstelling.
Aantal keren afspelen: Dit verschijnt alleen als de maat voor een eindherhaling maatstreep staat. Het geeft het aantal keren aan dat het herhaalde gedeelte wordt afgespeeld.
Het aantal keren dat de maat met de eindherhalingsmaatstreep wordt gespeeld, moet één hoger worden ingesteld dan het aantal keren dat je de maat wilt laten spelen (dit is meestal gelijk aan het aantal vermeldingen in die volta-herhalingslijst + 1).
Neem de volgende partituur:
Bij maat 4 moet het aantal keren afspelen op 4 zijn ingesteld
Bij maat 6 moet het aantal keren afspelen op 3 zijn ingesteld
Andere maat gerelateerde pagina's: