Een MuseScore tekst-object is een object dat individuele tekens bevat die kunnen worden ingevoerd en verwijderd door gebruik te maken van (typen op) een computertoetsenbord. Veel partituurobjecten zijn op tekst gebaseerd. Bijvoorbeeld
Enzovoort …
Tekst, van welk type dan ook, heeft altijd een element waaraan het is gekoppeld.
* Sommige soorten tekst (Titel, Ondertitel etc.) zijn geassocieerd met kaders
* Notenbalk en systeemtekst is gekoppeld aan een notenbalk
* Sprongen en markeringen zijn aan maten gekoppeld
* Vingerzetting is gekoppeld aan een bepaalde noot
* Kop- en voettekst verschijnen respectievelijk boven- en onderaan in de partituur.
Enzovoort …
Verschillende soorten op tekst gebaseerde objecten zijn niet uitwisselbaar: ze hebben verschillende eigenschapsvelden die een ander doel dienen dan graveren of visuele weergave. Een mp die Notenbalktekst gebruikt, kan bijvoorbeeld nooit worden geconfigureerd om het afspeel volume te wijzigen, omdat deze niet de Geluidssterkte eigenschap heeft. Je moet een nieuwe Dynamiek-tekst maken die de eigenschap Geluidssterkte heeft als je wilt dat de tekst het afspeel volume beïnvloedt.
Om het type te controleren: selecteer een tekst, het type wordt weergegeven op de statusbalk.
Gebruik de tabel in Soorten tekst om te beslissen welk type je nodig hebt. Volg de link naar handboekpagina's voor meer informatie.
Soort tekst | Gebruik | |
---|---|---|
Notenbalktekst | Tekst voor algemeen gebruik gekoppeld aan een enkele notenbalk: verschijnt alleen in die instrument partij. | |
Systeemstekst | Tekst voor algemeen gebruik gekoppeld aan een enkele notenbalk: verschijnt in alle instrument partijen. | |
expressie knop in het Tekst palet | Het is een notenbalktekst met eigen opmaak, met dezelfde functie (en beperking) als zodanig. | |
Vingerzetting | Cijfers of letters die aan noten zijn gekoppeld, laten zien welke vingers moeten worden gebruikt. | |
Liedtekst | Maak liedteksten gekoppeld aan een melodie. | |
Repetitietekens | Vergemakkelijk het oefenen, verdeel de partituur in secties, markeer passages enz. | |
Dynamiek | Geeft de luidheid van een noot of frase aan. | |
Basso continuo (becijferde bas) | Basso continuo notatie voor toetsenisten. | |
Kadertekst | Titel/componist/tekstschrijver informatie aan het begin van de partituur, liedteksten enz. | |
Kop-/voettekst | Paginanummers, copyright info etc. boven-/onderaan een pagina. | |
Instrument tekst | Wijzig het instrument in de notenbalk. | |
Herhalingen en sprongen (volta's) | Da Capo, Dal segno, Fine etc. | |
Akkoordsymbolen | Geef de akkoorden weer die bij een melodie horen: meestal boven de notenbalk. | |
Romeinse Cijfer Analyse (RNA) | Een akkoordanalysesysteem. | |
Handzetting | Letters (L en R) bevestigd aan (drum)noten die aangeven welke hand of voet te gebruiken. | |
Swing tekst | Verander van straight naar swing en vice versa. | |
Tempomarkeringen | Breng metronoom- en/of expressie aan. | |
Tekstlijnen | Volta's, ottavas, pedaal lijnen, gitaar barre lijnen etc. |
Bepaal welk objecttype je nodig hebt voordat je een tekst toevoegt, zie overzicht. Voor algemene graveer- of visuele weergavedoeleinden wordt het aanbevolen om een notenbalktekst of systeemtekst te gebruiken.
Een tekstobject kan worden ingevoerd via een palet, het menu Voeg toe of met behulp van een sneltoets. Het toevoegen van tekst aan een kader wordt elders behandeld, zie Tekstblokken.
Om een tekstobject uit een palet aan je partituur toe te voegen, selecteer je een of meer noten/rusten en klik je op het gewenste paletitem of sleep de tekst van het palet naar een noot/rust. bijv.
Als het tekstobject is gekoppeld aan een notenbalk, dan kun je deze toevoegen door een noot te selecteren en vervolgens een tekstoptie te kiezen uit Voeg toe→Tekst.
Veel tekst soorten kunnen worden ingevoerd met behulp van sneltoetsen. Je kunt een lijst met sneltoetsen zien naast de items in Voeg toe→Tekst.
Om een tekstobject te maken, selecteer je een noot en voer je de gewenste sneltoets in.
Om één of meer tekstobjecten te verwijderen, selecteer de objecten en druk vervolgens op Delete.
Gebruik een van de volgende methoden om naar de tekstbewerkingsmodus te gaan:
Je kunt nu de tekst binnen het tekstobject toevoegen, bewerken en opmaken.
Om de tekstbewerkingsmodus te verlaten, druk je op Escape of klik je op een deel van de partituur buiten het bewerkingsgebied.
De volgende sneltoetsen zijn beschikbaar in de modus tekstbewerkingsmodus:
Functie | Windows & Linux | Mac |
---|---|---|
Vet (in-/uitschakelen) | Ctrl+B | Cmd+B |
Schuin (in-/uitschakelen) | Ctrl+I | Cmd+I |
Onderstreep (in-/uitschakelen) | Ctrl+U | Cmd+U |
Verplaats cursor | Home, End, ←, →, ↑, ↓ | (Alt+) ←, →, ↑, ↓ |
Teken links van de cursor verwijderen | Backspace | Delete |
Teken rechts van de cursor verwijderen | Del | → Delete of Fn+Del |
Begin nieuwe regel | ↵ | enter |
Speciale tekens invoegen (zie hieronder) | F2 | Fn+F2 |
Tekens die niet beschikbaar zijn op het standaardtoetsenbord zijn toegankelijk via het Speciale tekens venster.
Om het Speciale tekens venster te openen druk je in tekstbewerkingsmodus op Shift+F2 of klik op Voeg speciale tekens in in het Tekst gedeelte van het Eigenschappen paneel.
Het dialoogvenster is onderverdeeld in 3 tabbladen: algemene symbolen, muziek symbolen en unicode symbolen. De tabbladen muziek en unicode zijn verder onderverdeeld in alfabetisch gerangschikte categorieën.
Door op een item in het dialoogvenster speciale tekens te klikken, wordt het onmiddellijk toegevoegd aan de tekst waar de cursor zich bevindt. Er kunnen meerdere items worden toegepast zonder het dialoogvenster te sluiten en je kunt zelfs doorgaan met normaal typen, tekens verwijderen, numerieke tekencodes invoeren, enz., terwijl het geopend is.
Een paar speciale tekens kunnen ook worden gemaakt met behulp van sneltoetsen, zie hieronder.
Speciale tekens sneltoetsen
Teken | Windows & Linux | Mac | Opmerking |
---|---|---|---|
Kruis ♯ | Ctrl+Shift+# | Cmd+Shift+# | Werkt mogelijk niet met sommige toetsenbordindelingen |
Mol ♭ | Ctrl+Shift+B | Cmd+Shift+B | |
Herstellingsteken ♮ | Ctrl+Shift+H | Cmd+Shift+H | |
Piano p | Ctrl+Shift+P | Cmd+Shift+P | |
Forte f | Ctrl+Shift+F | Cmd+Shift+F | |
Mezzo m | Ctrl+Shift+M | Cmd+Shift+M | |
Rinforzando r | Ctrl+Shift+R | Cmd+Shift+R | |
Sforzando s | Ctrl+Shift+S | Cmd+Shift+S | |
Niente n | Ctrl+Shift+N | Cmd+Shift+N | |
Z z | Ctrl+Shift+Z | Cmd+Shift+Z | |
Elisie ‿ | Ctrl+Alt+- | Cmd+Alt+- |