Tempomarkeringen
Overzicht
De muzikale terminologie tempo betekent de snelheid of het tempo van een compositie. Muzikanten gebruiken tempomarkeringen/markeringen om het tempo aan te geven. Ondersteunde tempomarkeringen zijn onder meer:
- Metronoommarkeringen: Bestaat uit een noot, een isgelijkteken en een geheel getal. geeft 80 halve noten per minuut aan. geeft 80 kwartnoten per minuut aan.
- Tekst aanduidingen: Andante, Allegro, "a tempo", "tempo primo" etc.
- Tempowijziginslijnen: Bestaat uit een tekst en een stippellijn. Inclusief "accel.", "allarg.", "rall." en "rit.".
- Metrische modulaties:
De synthesizer van MuseScore is gebaseerd op twee instellingen:
- Het echte, geschreven tempo van de partituur. Het wordt alleen bepaald door tempomarkeringen in de partituur. Sectie-einden en maatstrepen resetten niets. Als er geen tempomarkering in een partituur aanwezig is, wordt deze afgespeeld alsof ♩ = 120 wordt gebruikt (120 kwartnoten in één minuut).
- De schuifregelaar die tijdelijk het tempo verandert, bedoeld voor monitoringdoeleinden. Zie het hoofdstuk Afspeelbediening.
De handmatige / overschrijvende afspeelinstelling binnen geselecteerde object(en) Eigenschappen paneel gebruikt een speciale eenheid "BPM". "BPM" is het aantal kwartnoten binnen één minuut in decimaal getal. Het heeft niets te maken met de muzikale beat. Het is niet het hele getal dat conventioneel in metronoommarkeringen of in de partituur wordt gebruikt. Deze eenheid wordt ook gebruikt in het afspeelpaneel.
Muzikanten gebruiken tempomarkeringen om de waarde van één tel aan te geven, maar MuseScore gebruikt de telinformatie niet binnen tempomarkeringen. Maatinformatie wordt alleen verkregen van de Maatsoorten.
Tempomarkeringen zijn MuseScore-tekst, behalve de tempoveranderingslijnen. Dat zijn MuseScore-lijnen die tekst bevat, zie Tekst en Andere lijnen hoofdstuk. Ze gedragen zich als Systeemtekst of "Systeemtekstlijn".
Metronoommarkeringen en metrische modulaties gebruiken
Het afspelen volgt standaard de geschreven inhoud. Als je het getal bewerkt, verandert het afspelen ook. Dit gedrag is veranderbaar, zie de sectie "Het afspelen van tempomarkeringen wijzigen". Als de noot en de verlenginspunt per ongeluk worden verwijderd of als er een andere nootwaarde nodig is, moeten professionele symbolen worden gebruikt, zie de sectie "Uiterlijk veranderen".
Tempowijzigingslijnen gebruiken
Het tempo verandert langs het verankerde bereik van het object, zie het hoofdstuk Andere lijnen.
MuseScore begrijpt de geschreven inhoud niet. Deze items hebben een vooraf gedefinieerde tempo-instelling. In het Tempo-palet van Musescore 4.2, standaard:
- accel.: Versnelt geleidelijk tot 133% van het oorspronkelijke tempo.
- allarg.: Vertraagt geleidelijk tot 75% van het oorspronkelijke tempo. Het Italiaanse allargando betekent verwijden.
- rall.: Vertraagt geleidelijk tot 75% van het oorspronkelijke tempo.
- rit.: Vertraagt geleidelijk tot 75% van het oorspronkelijke tempo.
De instelling kan worden gewijzigd, zie de sectie "Afspelen wijzigen".
Tempo tekst aanduidingen gebruiken
MuseScore begrijpt de geschreven inhoud niet. In het Tempo-palet van Musescore 4.2, standaard:
- "a tempo" item: Verandert het tempo terug naar het laatste tempo vóór enige wijziging door tempowijzigingslijnen.
- tempo primo item: Verandert het tempo terug naar het tempo aangegeven door de eerste geldige markering.
- Andere tekstuele tempo aanduidingen hebben een vooraf gedefinieerde tempo-instelling.
Al deze instellingen kunnen worden gewijzigd, zie de sectie "Afspelen wijzigen".
Een tempomarkering aan je partituur toevoegen
Alle markeringen zijn te vinden in het Tempo palet, zie het hoofdstuk De paletten gebruiken. Nieuwe tempomarkeringen worden bovenaan het systeem geplaatst (een opmaakterm, zie het hoofdstuk Pagina opmaak concepten), ze gedragen zich als "Systeemtekst" of "Systeemtekstlijn", zie Notenbalk-, Systeem- en Expressietekst hoofdstuk.
Om een metronoommarkering, tekstuele tempo aanduiding of metrische modulatie aan de partituur toe te voegen, gebruik je een van de volgende methoden:
- Selecteer een noot/rust en klik op een item in een palet.
- Sleep het item van een palet naar een noot/rust.
- Selecteer in de menubalk Toevoegen→Tekst en klik op Tempomarkering.
Om een Metronoommarkering toe te voegen die een geschikte nootwaarde gebruikt door gebruik te maken van de telinformatie uit de maatsoort:
- Selecteer een noot/rust en druk op de sneltoets Alt+Shift+T.
Om een Tempowijzigingslijn toe te voegen, gebruik je de methoden die zijn uitgelegd in het hoofdstuk Andere lijnen: lijnen toepassen. Een veelgebruikte methode is om het toe te voegen aan een geselecteerd bereik:
- Klik op de eerste noot of rest van de gewenste selectie
- Shift+klik op de laatste
- Klik op een item in het palet
Uiterlijk aanpassen
Het afspelen kan worden geconfigureerd om de geschreven inhoud van Metronoommarkering en metrische modulatie te volgen. MuseScore begrijpt alleen noten- en verlenginspunten professionele symbolen. De verlengingspunt is geen "punt" op het toetsenbord van de computer. Kopieer deze niet vanuit andere programma's of internet, aangezien het niet bepaalde onbewerkte Unicode-tekens zijn.
Andere tekens en cijfers zijn gewone tekens, ingevoerd met behulp van (typen op) een computertoetsenbord. Ze hebben verschillend opmaakgedrag, bijvoorbeeld het wijzigen van het Eigenschappen paneel: Lettertype heeft geen invloed op symbolen, zie het musescore 3 handboek Fonts hoofdstuk. Zie ook het hoofdstuk Tekst invoeren en bewerken.
Reguliere tekens toevoegen
- Selecteer een object.
- Activeer de bewerkingsmodus (dubbelklik)
- Typ tekst.
Professionele symbolen toevoegen
- Selecteer een object.
- Activeer de bewerkingsmodus (dubbelklik).
- Gebruik het venster Speciale tekens: tabblad Algemene symbolen. Een manier om het venster te openen is Shift+F2
Tempowijzigingslijnen
Tempowijzigingslijnen zijn MuseScore Lijnen. Om het uiterlijk van de stippellijn te veranderen, zie Andere lijnen: lijn-eigenschappen en Elementen direct aanpassen: het bereik van een lijn wijzigen hoofdstukken.
Afspelen wijzigen
Metronoommarkering, metrische modulatie en tekstuele tempo aanduiding
Om de vooraf gedefinieerde tempo-instelling te wijzigen:
- Selecteer object(en)
- Open het Eigenschappen paneel
- In het Tempo gedeelte
- Voer een waarde in bij Overschrijf geschreven tempo, deze waarde gebruikt de speciale BPM-eenheid, zie Overzicht.
Een handmatige/overschrijvende tempo-instelling toewijzen:
- Selecteer object(en)
- Open het Eigenschappen paneel
- Klik onder Tempo of A Tempo of Tempo primo-sectie om te wijzigen:
- Volg geschreven tempo: verwijder het vinkje om geschreven inhoud op de partituur te negeren
- Gebruik specifiek tempo: vink dit aan om geschreven inhoud op de partituur te negeren
1. Voer een waarde in bij Gebruik specifiek tempo, deze waarde gebruikt de speciale BPM-eenheid, zie Overzicht.
Tempowijzigingslijn
Om de handmatige tempo-instelling te wijzigen:
- Selecteer object(en)
- Open het Eigenschappen paneel
- Klik op Afspelen en wijzig indien nodig:
- Hoeveelheid: het doeltempo als percentage van het oorspronkelijke tempo. 100% betekent geen verandering.
- Verloop: snelheid van tempoverandering, opties zijn
- Normaal: een lineair overgangseffect met dezelfde veranderingssnelheid van begin tot eind
- Geleidelijk toenemen: een overgangseffect met een langzame veranderingssnelheid aan het begin, maar een snellere veranderingssnelheid aan het einde
- Geleidelijk afnemen: een overgangseffect met een snelle veranderingssnelheid aan het begin, maar een langzame veranderingssnelheid aan het eind
Tempowijzigingslijnen zijn MuseScore Lijnen. Het tempo verandert langs het verankerde bereik van het object. Om het bereik te wijzigen, zie Andere lijnen: lijn-eigenschappen en Elementen direct aanpassen: het bereik van een lijn wijzigen hoofdstukken.
Herhaalde tempomarkeringen op andere notenbalken
Tempomarkeringen gedragen zich als "Systeemtekst" of "Systeemtekstlijn", zie Notenbalk-, Systeem- en Expressietekst: Systeemtekst herhalen op andere notenbalken hoofdstuk.
Tempo-eigenschappen
Geselecteerde tempomarkering(en) op een partituur kunnen worden bewerkt met Eigenschappen paneel. De instellingen zijn behandeld in andere secties van dit hoofdstuk. De Eigenschappen: Lettertype eigenschap heeft invloed op gewone tekens, maar niet op de professionele symbolen. Professionele symbolen gebruiken het "Muzieksymbolen lettertype", zie de sectie "Tempostijl". Tekst gerelateerde instellingen worden behandeld in het hoofdstuk Tekst opmaken. Lijngerelateerde instellingen worden behandeld in het hoofdstuk Andere lijnen.
Om de instellingen voor de hele partituur te bewerken, zie de sectie "Tempostijl".
Tempostijl
Zie hoofdhoofdstuk Sjablonen en stijlen
- Waarde van het "Muzieksymbolen lettertype" kan worden bewerkt in Opmaak→Stijl→Partituur.
- Waarden van de "Stijl voor tempotekst" kunnen worden bewerkt in Opmaak→Stijl→Tempotekst.
- Waarden van de "Stijl voor tekst in Tempo" kunnen worden bewerkt in Opmaak→Stijl→Tekststijlen→Tempo
- Waarden van de "Stijl voor tekst in geleidelijke tempoverandering" kunnen worden bewerkt in Opmaak→Stijl→Tekststijlen→Geleidelijke tempoverandering
-
Waarden van de "Stijl voor tekst metronoom" kunnen worden bewerkt in Opmaak→Stijl→Tekststijlen→Metronoom. Geen enkel object gebruikt standaard dit profiel. Het doel ervan is het vormgeven van tempomarkeringen die zowel een tekstuele indicatiegedeelte als een metronoommarkeringsgedeelte hebben. Vaak is het metronoommarkeringsgedeelte niet vetgedrukt en iets kleiner. Bron: https://github.com/musescore/MuseScore/issues/13377#issuecomment-147399…