De menubalk in MuseScore 4 omvat de volgende menu's:
Toetsenbordgebruikers op Windows en Linux hebben toegang tot deze menu's door de Alt-toets ingedrukt te houden en op een bepaalde letter- of cijfertoets te drukken, ook wel de mnemonische toegangstoets genoemd, die wordt weergegeven met een onderstreep in de naam van het menu-item dat je zoekt. Druk bijvoorbeeld op Alt+B voor Bestand gevolgd door Alt+A voor Sla op als. De letters 'B' en 'a' zijn onderstreept in de gebruikersinterface wanneer de Alt-toets wordt ingedrukt.
Op macOS zijn de menu's van MuseScore onderdeel van de systeem menubalk, waar je naartoe kunt navigeren door op Ctrl+F2 te drukken.
Onder het hoofdmenu bevinden zich drie tabbladen, waarvan de eerste het tabblad Start is. Dit tabblad bevat de volgende onderdelen:
Maak een nieuw MuseScore account aan of log in op je bestaande account. Met een actief account kun je technische assistentie krijgen en bugs melden in de forums op musescore.org. Je kunt je bestanden ook in de cloud opslaan op musescore.com.
In deze sectie kun je een nieuwe partituur opzetten of een bestaande openen. Lees meer over het maken van nieuwe partituren in Je partituur opzetten.
Dit venster toont een lijst met beschikbare plug-ins. Zie het hoofdstuk over plugins voor meer informatie over het beheer van deze handige add-ons.
Hier worden video-zelfstudies gehost. Als je op een video-zelfstudie klikt dan wordt deze geopend op het [officiële MuseScore YouTube-kanaal] (https://www.youtube.com/c/musescore). Voor de meeste van deze video's is Nederlands ondertiteling beschikbaar.
Hier doe je het meeste werk in MuseScore, inclusief het toevoegen van muzieknotatie en het luisteren naar het afspelen van je partituur. De werkruimte bestaat uit verschillende gebieden (genummerd volgens labels in het onderstaande diagram):
Toetsenbordgebruikers kunnen de Tab-toets of F6 gebruiken om via het toetsenbord tussen deze UI-gebieden te navigeren. Binnen elk gebied wordt genavigeerd met de pijltjestoetsen en Tab.
Bijna alle panelen en werkbalken kunnen worden losgekoppeld en opnieuw gepositioneerd volgens je projectvereisten en workflow-voorkeuren. Lees hier meer over in Werkruimtes.
In dit tabblad kun je de partituur bekijken zonder de rommel van de noteninvoer werkbalk of zijbalkpanelen. Er zijn opties om de partituur af te drukken en te exporteren in verschillende beeld-, audio- en documentindelingen. Als je partituur af is, kun je deze ook publiceren op musescore.com.
In bepaalde delen van de applicatie, voornamelijk in de Partituur tab, zijn contextmenu's beschikbaar met extra functionaliteit, zoals opties voor het kopiëren, bewerken, aanpassen, verwijderen of bekijken van de eigenschappen van welk(e) item(s) dan ook die waren geselecteerd op het moment dat je het menu opende.
Binnen de partituur heeft elk element een contextmenu. Om het contextmenu van een bepaald element te openen, klik je met de rechtermuisknop op het element of selecteer je het element via het toetsenbord en druk je op Shift+F10 (sommige pc-toetsenborden hebben ook een speciale Menu-toets naast de rechter Ctrl-toets). De exacte beschikbare opties in het contextmenu kunnen verschillen, afhankelijk van het type element dat je hebt geselecteerd, dus het is de moeite waard om te experimenteren om erachter te komen welke opties beschikbaar zijn voor verschillende soorten elementen. Als je bijvoorbeeld met de rechtermuisknop op een leeg gebied binnen een maat klikt, bevat het resulterende contextmenu opties voor Notenbalk/partij-eigenschappen en Maat-eigenschappen. Dit is momenteel de enige manier om bij die opties en de dialogen waarnaar ze leiden te gaan.
Buiten de partituur wordt de aanwezigheid van een contextmenu vaak aangegeven door een kleine knop met drie puntjes of door een instellingentandwiel. Druk op de knop om het menu te openen. Soms is de knop gekoppeld aan een ander item in de buurt, zoals in de Paletten, waar er een knop met drie stippen is voor elk palet. In dit geval kun je met de rechtermuisknop op de naam van het palet klikken of deze met het toetsenbord selecteren en op Shift+F10 of Menu-sneltoets drukken, als alternatief voor het gebruik van de knop met drie stippen.