Begrippenlijst

7 maanden geleden bijgewerkt
Deze vertaling is verouderd. Raadpleeg de originele Engelstalige pagina: Glossary

De onderstaande lijst is een verklarende woordenlijst van veelgebruikte termen in MuseScore en hun betekenis.

A

Acciaccatura
Acciaccatura Een korte siernoot die wordt weergegeven als een kleine noot met een schuine streep door de stok. Deze wordt kort uitgevoerd en verandert niets aan de waarde van de noot waaraan deze gekoppeld is.
Achtste noot
Een noot waarvan de duur een achtste van een hele noot is.
Akkoord
Een groep van twee of meer noten die samen klinken. Als je een akkoord in MuseScore wilt selecteren, druk je op Shift en klik je op een noot.
Ambitus
Noot (of vocaal) bereik gebruikt in een notenbalk. Vooral gebruikt in oude muziek.
Anacrouse
Zie opmaat.
Anker
Het bevestigingspunt in de partituur van objecten zoals tekst en lijnen: wanneer het object wordt gesleept, verschijnt het anker als een kleine bruine cirkel die met een stippellijn is verbonden met het object. Afhankelijk van het geselecteerde object, kan het anker ervan worden bevestigd aan (a) een noot (bijvoorbeeld vingerzetting), (b) een notenbalklijn (bijvoorbeeld notenbalktekst) of (c) een maatstreep (bijvoorbeeld herhalingen).
Antimetrisch figuur
Een antimetrisch figuur deelt een hogere nootwaarde door een aantal andere noten dan aangegeven door de maatsoort. Een triool verdeelt bijvoorbeeld de hogere nootwaarde in drie delen in plaats van twee. Voorbeeld van antimetrische figuren zijn o.a.: triolen, duolen en kwintolen
Appoggiatura
Een lange siernoot die waarde van de bijbehorende noot afhaalt. De functies zijn onder meer: doorgeven toon, anticipatie, geslagen dempen en ontsnapping toon.
Arpeggio
Een arpeggio vertelt de uitvoerder om het akkoord op te splitsen in de losse noten die afzonderlijk, de een na de ander, worden gespeeld. Een pijl op het arpeggio geeft de richting aan waarin de speler de noten van het akkoord moet spelen.
Arpeggio
Articulatie
Een markering of symbool dat aangeeft hoe een noot moet worden gespeeld, meestal door de lengte van een noot te wijzigen of de attack en het verval ervan te bepalen.

B

Besturingssysteem
Operating System (OS)
Onderliggende set van programma's die een computer instellen, waardoor extra programma's (zoals MuseScore) mogelijk worden. Populaire besturingssystemen zijn Microsoft Windows, macOS en GNU / Linux.
Niet te verwarren met een bladmuziek systeem.
Bewerkingsmodus
De programmamodus waarin je ofwel tekst in tekstobjecten kunt bewerken of waarmee je niet-tekstuele objecten kunt verplaatsen met de toetsenbordpijlen (waar dit niet is toegestaan in de normale modus). Er zijn een aantal manieren om naar deze modus te gaan nadat je op het gewenste object hebt geklikt: (1) Dubbelklik (alleen tekst), (2) Druk op F2 of Alt+Shift+E, (3) Klik met de rechtermuisknop en kies "Bewerk element".
BPM
Beats Per Minute is de eenheid voor het meten van tempo, traditioneel geteld in kwartnoot duren. Zie metronoom markering
Brevis
Een dubbele hele noot of breve is een noot die de duur heeft van twee hele noten.

C

Caesura
Een caesura (//) is een korte, stille pauze. De tijd wordt niet geteld voor deze periode en muziek hervat wanneer de dirigent dit aangeeft.
Caesura
Cent
Een interval gelijk aan een honderdste van een halve toon.

D

Dubbele notenbalk
Een systeem van twee of meer notenbalken met viool (g) en bas (f) sleutels, bijvoorbeeld gebruikt voor de muzieknotatie voor toetsinstrumenten en de harp.
Dubbelkruis
Een dubbelkruis (♯♯ of 𝄪) is een teken dat aangeeft dat de toonhoogte van een noot twee halve tonen moet worden verhoogd.
Dubbelmol
Een dubbelmol (♭♭ of 𝄫) is een teken dat aangeeft dat de toonhoogte van een noot twee halve tonen moet worden verlaagd.
Duool
Zie antimetrisch figuur.
Dynamiek
Een symbool dat de relatieve sterkte van een noot of muziekfragment aangeeft—zoals mf (mezzoforte), p (piano), f (forte) etc., beginnend bij de noot waar het teken staat.

E

1st en 2de Einden
Zie volta.
Enharmonische noten
Noten met dezelfde toonhoogte maar die verschillende geschreven zijn. Bijvoorbeeld: G♯ en A♭. Druk op J om te wisselen tussen enharmonische spellingen.

G

Gedeelde nootkop
sharednotehead2.png Een enkele nootkop met twee stokken - één omhoog, één omlaag. Vooral gebruikelijk in bijvoorbeeld gitaarmuziek. Zie nootkoppen
Geluidsstrekte
De geluidssterkte eigenschap van een noot bepaalt hoe hard de noot wordt gespeeld. Dit gebruik van de term komt van MIDI-synthesizers. Op een toetsinstrument is het de snelheid waarmee een toets wordt ingedrukt die het volume regelt. De gebruikelijke schaal voor geluidssterkte is 0 (stil) tot 127 (maximum).
Geschreven toonhoogte
Transponerende instrumenten (zoals de klarinet, hoorn, trompet etc.) worden op een andere toonhoogte (en toonsoort) genoteerd dan hoe ze klinken. De genoteerde toonhoogte wordt de geschreven toonhoogte genoemd,

H

Halve noot
Een noot waarvan de duur de helft van een hele noot.
Herbepaal toonhoogtes
Probeert de juiste voortekens te raden voor de hele partituur (zie voortekens).
Herinneringsmuzieksleutel
Een verkleinde sleutel toegepast op het einde van een systeem dat een sleutelverandering aangeeft aan het begin van het volgende systeem.
Herstellingsteken
Een herstellingsteken (♮) is een teken dat een eerdere wijziging voor noten van dezelfde toonhoogte opheft.
Hulplijn
Lijn(en) die worden toegevoegd boven of onder de notenbalk.

I

Interval
Het verschil in toonhoogte tussen twee noten, uitgedrukt in de trap van de toonladder (bijvoorbeeld grote secunde, kleine terts, reine kwint enz.). Zie trap (muziek) (Wikipedia).

K

Koron
Een Iraans voorteken dat een verlaging van de toon aangeeft en deze wordt verlaagd met een kwart toon (in vergelijking tot een mol die de noot verlaagd met een halve toon). Het is mogelijk om dit voorteken in de toonsoort te gebruiken.
Zie ook Sori.
Kruis
Teken (♯) dat aangeeft dat de toonhoogte van een noot een halve toon moet worden verhoogd.
Kwartnoot
Een noot waarvan de duur een kwart van een hele noot is.
Kwartool
Zie antimetrisch figuur.
Kwintool
Zie antimetrisch figuur.

L

Legato
Legato is een speelstijl waarbij de muzieknoten zo worden gespeeld of gezongen dat ze in elkaar overlopen of naadloos aan elkaar klinken. Legato kan worden geschreven als tekst of weergegeven door het gebruik van legatobogen.
Legatoboog
Een gebogen lijn over of onder twee of meer noten, wat betekent dat de noten vloeiend en verbonden worden gespeeld (legato).
Zie ook overbinding.
Lokale maatsoort
localts.png
De maatsoort op een enkele notenbalk wanneer deze verschilt van de maatsoort van de algehele partituur. Zie Een lokale maatsoort toevoegen voor een enkele notenbalk.
Longa
Een longa is een viervoudige hele noot.

M

Maat
Een tijdsegment gedefinieerd door een bepaald aantal tellen. Door muziek in maten te verdelen, krijg je regelmatig referentiepunten voor het lokaliseren van locaties binnen een muziekstuk.
Maatstreep
Een verticale lijn door een notenbalk of een volledig systeem die de maten van elkaar scheiden.
Metronoommarkering
Metronoommarkeringen worden meestal aangegeven door een nootlengte die gelijk is aan een bepaalde afspeelsnelheid in BPM. In MuseScore worden metronoommarkering gebruikt in tempomarkeringen.
Mol
Een teken (♭) dat aangeeft dat de toonhoogte van een noot een halve toon moet worden verlaagd.
Muzieksleutel
Teken aan het begin van een notenbalk, gebruikt om aan te geven welke muzieknoten op de lijnen en tussen de lijnen staan. Sommige transponerende instrumenten maken gebruik van octaaftransponerende sleutels of hebben verschillende sleutels in [werkelijke toonhoogte] (#concert-pitch) versus transponerende toonhoogte. Zie ook herinneringsmuzieksleutel

N

Notatie over meerdere notenbalken
Een muzikale frase die zich uitstrekt over twee notenbalken: b.v. bas notenbalk en viool notenbalk.
Om crossbeams3.png te noteren, zie notatie over meerdere notenbalken.
Om longstem2.png te noteren, zie Hoe span je een akkoord of stem over twee notenbalken.
Normale modus
De programma modus wanneer de noteninvoermodus of bewerkingsmodus niet actief is. Druk op Esc om deze te activeren. In de normale modus kun je door de partituur navigeren, selecteren, elementen verplaatsen, eigenschappen in het instellingenoverzicht aanpassen en de toonhoogte veranderen van bestaande noten.
Notenbalk
Een set lijnen en spaties, die elk een toonhoogte vertegenwoordigen, waarop muziek wordt geschreven. In oude muzieknotatie (vóór de 11e eeuw) kan de notenbalk een willekeurig aantal lijnen hebben.
Notenbalkafstand
Zie Spatie.
Noteninvoermodus
De programma modus die gebruik wordt voor het invoeren van noten. Activeer het in door op N te drukken of op het penpictogram in de noteninvoer-werkbalk te klikken.

O

Opmaat (ook bekent als anacrusis)
Onvolledige eerste maat van een stuk of gedeelte van een muziekstuk. Zie maatduur en maak een nieuwe partituur: opmaat en ook sluit uit van matentelling. Kan al dan niet worden gecompenseerd aan het einde van de partituur of sectie.
Ossia
ossia.png
Een alternatieve passage die gespeeld kan worden in plaats van de originele passage (van het Italiaans voor "alternatief", wat betekent "of zij het").
Overbinding

Een gebogen lijn tussen twee of meer noten op dezelfde toonhoogte om een enkele noot van gecombineerde duur aan te geven:

  • Kwartnoot + overbinding + kwartnoot = halve noot
  • Kwartnoot + overbinding + achtste noot = gepunteerde kwartnoot
  • Kwartnoot + overbinding + achtste noot + overbinding + zestiende noot = dubbel gepunteerde kwartnoot
    Zie ook legatoboog.

P

Partij
1. In MuseScore, de muzieknotatie voor een individuele notenbalk uit de hoofdpartituur. Zie partijen.
2. Een enkele melodielijn in een meerstemmige muzikale compositie. MuseScore 4 gebruikt deze definitie niet, maar er is een vergelijkbare functie stem.
3. Instrument(en) of hun notenbalken. MuseScore 4 gebruikt deze definitie niet.

R

Rust
Interval van stilte met van een bepaalde duur.

S

Schuine streep akkoord
Zie Slash chord (Wikipedia) (Engelstalig)
Schuine streep-notatie
Een vorm van muzieknotatie met schuine strepen op of boven/onder de notenbalk om het ritme van een begeleiding aan te geven, vaak gebruikt in combinatie met akkoordsymbolen. Er zijn twee soorten: (1) schuine streep-notatie die bestaat uit een ritmische schuine streep op iedere tel, de exacte interpretatie wordt aan de speler overgelaten (zie vul met schuine strepen); (2) Ritmische schuine streep notatie die het precieze ritme aangeeft voor de begeleiding (zie Schakel 'ritmische schuine streep-notatie' om).
Sectie
In MuseScore, een deel van de partituur tussen sectie-einden, ook vanaf het begin van een partituur tot de eerste sectie-onderbreking en vanaf de laatste sectie-onderbreking tot het einde van de partituur.
Sextool
Zie antimetrisch figuur.
SF2
Een virtueel instrumentformaat ontwikkeld door E-mu Systems en Creative Labs. Zie SoundFonts.

SF3
Een uitvinding van Werner Schweer, de ontwikkelaar van Musescore (source). Dit formaat ondersteunt compressie van geluidssamples. Zie SoundFonts.

Siernoot
Siernoten verschijnen als kleine noten voor een hoofdnoot van normale grootte. Zie acciaccatura en appoggiatura.
Sori
Een Iraans voorteken dat een verhoging van de toon aangeeft en deze wordt verhoogd met een kwart toon (in vergelijking tot een kruis die de noot verhoogd met een halve toon). Het is mogelijk om dit voorteken in de toonsoort te gebruiken.
Zie ook Koron.
SoundFont
Een virtueel instrumentformaat ondersteund door MuseScore. Een Soundfont is een speciaal bestandstype (extensie .sf2 of .sf3 indien gecomprimeerd) met geluidssamples van één of meer muziekinstrumenten. In feite een virtuele synthesizer die fungeert als een geluidsbron voor MIDI-bestanden. MuseScore 4 wordt geleverd met zijn eigen soundfont "MS Basic".
Spatie / Ruimte / sp. (afkorting/eenheid)
De afstand tussen de middelpunten van twee lijnen van een notenbalk (of een kwart van de grootte van de volledige vijf-lijns notenbalk, uitgaande van een hypothetische notenbalklijndikte van 0). De grootte van de meeste elementen in de partituur is gebaseerd op deze instelling (zie Pagina-instellingen).
Sprong
In MuseScore zijn "sprongen" notaties zoals "D.S. al Coda", deze zijn beschikbaar in het "herhalingen & sprongen" palet.
Staptijd invoer
De standaard invoermodus van MuseScore, waarmee je de muzieknotatie per noot (of rust) kunt invoeren.
Stem
1. In Musescore is stem een softwarefunctie, je kunt maximaal 4 stemmen per notenbalk gebruiken, zie werken met meerdere stemmen, zie ook notenbalk.
2. De muzikale term "stem" verwijst naar een muzikale lijn of een deel dat zijn eigen ritme kan hebben. MuseScore heeft geen functie om exact hetzelfde idee te implementeren. Als de stemfunctie niet aan je behoefte voldoet, probeer dan in plaats daarvan afzonderlijke instrumenten toe te voegen.
Systeem
Een aantal notenbalken die gelijktijdig worden gelezen in de partituur.
Zie ook Operating System (OS).

T

Toonhoogteherstel modus
Hiermee kun je een bestaande passage van muziek herschrijven door de toonhoogtes te wijzigen zonder het ritme te wijzigen.
Toonsoort
Set van kruisen of mollen aan het begin van de notenbalk. Het geeft een idee over de tonaliteit en vermijdt herhaling van die tekens in de notenbalk.
Een toonsoort van Bes betekent F majeur of D mineur tonaliteit.
Transpositie

De handeling waarbij de toonhoogtes van één of meerdere noten met een constante interval omhoog of omlaag worden verplaatst. Er kunnen verschillende redenen zijn om een stuk om te transponeren, bijvoorbeeld:

  1. De melodie is te laag of te hoog voor een zanger. In dit geval moet het hele orkest ook worden omgezet - dit is eenvoudig te doen met MuseScore.
  2. De partij is geschreven voor een bepaald instrument, maar moet door een andere worden gespeeld.
  3. De partituur is geschreven voor een orkest en je wilt horen hoe de afzonderlijke instrumenten klinken. Dit vereist het veranderen van de transponerende instrumentonderdelen naar werkelijke toonhoogte.
  4. Een donkerder of een meer briljant geluid is gewenst.
Triool
Zie antimetrisch figuur.

U

Upbeat
Zie opmaat.

V

Verdeel
explode.png
Een functie waarmee de gebruiker de akkoorden in een muziekpassage in een enkele notenbalk kan splitsen (of verdelen) in hun samenstellende noten of stemmen. Zie voeg samen en verdeel.
Zie ook, Voeg samen
Vlag
Zie waardestreep.
Voeg samen
implode.png
Een functie waarmee de gebruiker stemmen van afzonderlijke notenbalken op één notenbalk kan combineren. Zie Voeg samen en verdeel. Dit is vergelijkbaar met, maar niet precies, orkestuittreksel (wikipedia).
Zie ook verdeel
Volta
In een herhaald gedeelte van de muziek is het gebruikelijk dat de laatste paar maten van het gedeelte verschillen. Markeringen genaamd volta's worden gebruikt om aan te geven hoe de sectie elke keer moet worden beëindigd. Deze markeringen worden vaak eenvoudigweg einden genoemd.
Voortekens
Een teken dat geplaatst wordt voor een noot waarmee de toonhoogte verhoogt of verlaagt word. De meest gebruikelijke voortekens zijn kruis, mol of herstellingsteken, maar dubbelkruisen of dubbelmollen kunnen ook worden gebruikt. Ook zijn er koron en sori en andere kwart toon voortekens. Voortekens zijn van toepassing op alle noten met dezelfde notenbalk positie voor de rest van de maat maar ze kunnen ook worden opgeheven door een ander voorteken. Wanneer noten over een maatstreep zijn verbonden dan geldt het voorteken tot en met de overgebonden noot na de maatstreep maar niet voor de noten die daarop volgen op dezelfde notenbalk positie in die maat.

W

Waardestreep
Noten met een duur van een achtste of korter hebben ofwel een vlag of een waardestreep. Waardestrepen worden gebruikt voor het groeperen van noten.
Werkelijke toonhoogte
1. De klinkende of werkelijke toonhoogte van een noot, in tegenstelling tot de geschreven toonhoogte. Zie werken met transponerende instrumenten.
2. Een partituurweergavemodus in Musescore, zie werkelijke toonhoogte in de statusbalk.
3. De frequentie van A4.