Published on MuseScore.org

Geluid en afspelen

    Afspeelbediening

      Overzicht

      Afspeelknoppen werkbalk

      De basisafspeelfuncties zijn toegankelijk via de Afspeelknoppen werkbalk rechtsboven in het programmavenster:

      Van links naar rechts zijn de iconen:

      • Spoel terug naar startpositie: afspelen keert terug naar het begin van de partituur of naar het begin van de lus (indien ingesteld).
      • Afspelen starten of stoppen: zie Afspelen starten/stoppen.
      • Schakel 'lus afspelen' in/uit: Zie Lus afspelen.
      • Schakel metronoom in/uit: Schakelt metronoom AAN en UIT.
      • Afspeelinstellingen: Opent het dialoogvenster afspeelinstellingen (zie hieronder).
      • Tijd verstreken vanaf het begin van de partituur tot de cursorpositie.
      • Maatnummer en tel op de cursorpositie.
      • Monitoringtempo, zie de sectie "Afspeelpositie en monitoringtempo".

      Ontkoppel de werkbalk om het Afspeelpaneel weer te geven voor extra bedieningselementen. Zie de sectie "Afspeelpositie en monitoringtempo".

      Afspeelcommando's

      Start/stop

      Om alle instrumentpartijen af te spelen

      1. Klik op een noot of rust om het startpunt vast te leggen.
      2. Druk op de Speel af knop of druk op de spatiebalk.

      Om alleen geselecteerde instrumentpartijen af te spelen

      1. Selecteer een maat waarmee je wilt beginnen (door op een lege ruimte binnen die maat te klikken).
      2. Om meer dan één instrumentpartij af te spelen, breid de selectie uit naar wens omhoog of omlaag.
      3. Druk op de Speel af knop of druk op de spatiebalk.

      Opmerkingen: (1) Als er geen selectie is gemaakt voordat het afspelen wordt geactiveerd, keert het afspelen terug naar de plaats waar het eerder was gestopt of, als er niet eerder is afgespeeld, naar het begin van de partituur. (2) De Speel af-knop verandert in een "stop"-pictogram terwijl muziek wordt afgespeeld.

      Om het afspelen te stoppen

      • Druk op de Speel af knop of druk op spatiebalk.

      Spoel terug

      Om het afspelen terug te spoelen, klik je op het pictogram Spoel terug op de Afspelen werkbalk. Terugspoelen brengt het afspelen terug naar het begin van de partituur of, als er een lus is ingesteld, naar het begin van de lus.

      Lus

      Afspelen herhalen van een muziekgedeelte:

      1. Stop het afspelen (indien ingeschakeld).
      2. Zorg ervoor dat de lus afspelen knop "uit" is (d.w.z. niet blauw gekleurd).
      3. Selecteer een bereik in de partituur, inclusief de notenbalken van het instrument die je wilt afspelen.
      4. Klik op de Lus afspelen knop in de Afspeel werkbalk. Er verschijnen vlaggen rond de selectie en de knop verandert van kleur.
      5. Klik op de Speel af knop .

      In het onderstaande voorbeeld gaat het afspelen over de geselecteerde twee maten van Violin 2 en Viola, het gebied gemarkeerd door de blauwe vlaggen. Gebruik de knop "Lus afspelen" om de lus aan of uit te zetten.

      Afspelen lus

      Metronoom

      Om automatisch het geluid van metronoomtikken toe te voegen aan het afspelen, gebruik je de metronoom knop.

      Het aantal tikken dat aan elke maat wordt toegevoegd, wordt bepaald door

      • de tel. Het aantal tellen per maat wordt alleen bepaald door de maatsoort, het is niet afhankelijk van de waardestreepstijl of de nootwaarde (duur) die voor de metronoommarkeringen wordt gebruikt. Zowel de kwart ♩ = 60, als de achtste ♪ = 120 markeringen zorgen voor een identiek resultaat
      • het geschreven tempo in de partituur
      • de huidige regelaar instelling van het monitoringtempo, zie de sectie "Afspeelpositie en monitoringtempo".

      De volgende logica wordt gebruikt:

      • Voor eenvoudige maatsoorten is het bovenste getal van de maatsoort het aantal tellen in elke maat. 2 = dubbel, 3 = drievoudig, 4 = viervoudig. Aan elke tel wordt een tik toegevoegd.
      • Voor samengestelde maatsoorten (6/8, 9/8, enz.) is het bovenste getal van de maatsoort gedeeld door drie het aantal tellen in elke maat. 6 = dubbel, 9 = drievoudig, 12 = viervoudig. Aan elke tel wordt een tik toegevoegd. Er worden twee extra tikken per tel toegevoegd aan passages waar het resulterende Monitoringtempo van de maat lager is dan 60 tellen per minuut. De 60 verwijst niet naar het metronoomsymbool in de rechterbovenhoek van de Afspeelwerkbalk.

        Demo van metronoomtikgeluid
        Hierboven ziet je een demo van het gebruik van de metronoom met samengestelde maatsoorten. Het demo partituurbestand is beschikbaar in de sectie Externe links. Naar een maat waarin 9/8 wordt gebruikt en er een geschreven tempomarkering is met een gepunteerde kwart ♩. = 59 en de schuifregelaar voor het monitoringtempo staat op 100%, er worden negen tikken toegevoegd. Het gebruik van een achtste ♪ = 179 markering levert een identiek resultaat op. Terwijl, voor een maat die 9/8 gebruikt, er een geschreven tempomarkering is met een gepunteerde kwart ♩. = 60 en de schuifregelaar voor het monitoringtempo staat op 100%, er worden drie tikken toegevoegd. Het gebruik van een achtste ♪ = 180 markering levert een identiek resultaat op. Als je de schuifregelaar voor het monitoringtempo verlaagt naar 90%, worden er negen tikken in die maat gecreëerd.

      De standaard metronoom gebruikt MS Basic. Het heeft twee tikgeluidsfragmenten, een hoge toon (T1) en een lage toon (T2). T1 wordt gebruikt bij de allereerste tik van elke maat, T2 wordt gebruikt op alle andere plaatsen. Een alternatieve geluidsbron kan worden geselecteerd in de Mixer, T1 speelt noot E5 en T2 speelt noot F5.

      De tikken worden toegevoegd aan alle geëxporteerde audiobestanden. Probeer deze opties voor meer controle over de tikken in het audiobestand of tijdens het afspelen:

      • Voeg een percussie notenbalk toe, vul de eerste maat met het gewenste ritme en de rest met maatherhalingen en verberg vervolgens die notenbalk, bron,
      • Metronoom SoundFont (CC0) geleverd door mirabilos,
      • Voeg metronoompartij toe plug-in door sal.vador.

      Afspeelpositie en tempo

      De huidige afspeelpositie wordt weergegeven door twee getallen rechts van de afspeelknoppen. De één toont de positie in termen van verstreken tijd, de ander in maten en tellen (zie afbeelding in overzicht). Om handmatig naar een tijdstip of maat of tel te gaan, klik je op een getal en voer je het gewenste getal in.

      Het item helemaal rechts is monitoringtempo. Het laat zien dat het tempo binnen één minuut op de huidige cursorpositie in de eenheid kwartnoten zou zijn geweest. Het is niet een exact spiegelbeeld van een bepaalde geschreven tempomarkering op de partituur. De kwartnoot is niet gerelateerd aan de muzikale tel van de partituur.

      Om extra bedieningselementen weer te geven, ontkoppel de werkbalk. Klik en houd de "6 stippen" ingedrukt, sleep vervolgens weg van de rechterbovenhoek van het MuseScore-scherm en laat los, zie Werkbalken en vensters: Panelen dokken en loskoppelen hoofdstuk. De losgekoppelde werkbalk wordt automatisch uitgebreid tot een klein Afspeelpaneel met twee schuifregelaars. De schuifregelaar bovenaan toont de huidige afspeelpositie. de schuifregelaar daaronder toont het monitoringtempo . Het monitoren van het tempo overschrijft tijdelijk het partituurtempo, de instelling van de geschreven tempomarkering in de partituur blijft ongewijzigd. Door de schuifregelaar terug te zetten naar de standaardpositie, 100%, wordt het tempo hersteld naar het tempo zoals geschreven op de partituur.

      Afspeelknoppen losgekoppeld

      In het voorbeeldscherm hierboven weergegeven. De knop van de bovenste schuifregelaar huidige afspeelpositie bevindt zich op een derde van links, wat erop wijst dat deze momenteel ongeveer een derde van de partituur is. De knop van de onderste monitoringtempo schuifregelaar staat iets rechts van de standaardpositie. Er staat 130%, wat erop wijst dat het afspeeltempo momenteel is versneld tot 130% van het geschreven tempo. Het geschreven tempo is kwart = 60, dit wordt aangegeven met een Tempomarkering die niet in de afbeelding wordt weergegeven. Het metronoomsymbool in de rechterbovenhoek toont kwart = 78, wat betekent dat er binnen één minuut op de huidige cursorpositie 78 kwartnoten zou zijn geweest. Het geeft niet de informatie weer van een bepaalde geschreven tempomarkering op de partituur. De kwart is niet gerelateerd aan het muzikale ritme van de partituur.

      Om het afspeeltempo tijdelijk te wijzigen:

      • Klik met de linkermuisknop, houd vast en sleep de schuifregelaar monitoringtempo naar links of rechts. Hierdoor wordt het afspeeltempo aangepast in stappen van 5% of
      1. Klik met de linkermuisknop op het percentage afspeeltempo. Hierdoor wordt het nummer gemarkeerd
      2. Bewerk het afspeeltempo. Het kan worden aangepast in stappen van 1%. In de onderstaande afbeelding wordt het tempo afgespeeld op 96% van de huidige metronoomsnelheid

        Afspeeltempo aanpassen

      Andere commando's

      Klik op de instellingenknop (tandwiel) op de Afspeel-werkbalk om de volgende bedieningselementen weer te geven:

      Dialoogvenster voor afspeelinstellingen

      Je kunt deze opties naar wens uit- of inschakelen.

      Schakel MIDI-invoer in/uit

      Schakel MIDI-invoer in om tijdens het afspelen muziek naar je partituur te schrijven met een gekoppeld MIDI-apparaat (zoals een keyboard of drumcomputer). Zie Werken met Midi voor details.

      Speel herhalingen af

      Schakel deze optie uit als je wilt dat het afspelen herhalingsindicaties in de partituur negeert.

      Speel akkoordsymbolen

      Indien aangevinkt, dan worden de akkoordsymbolen in de partituur afgespeeld. Verwijder het vinkje als je dit niet wilt.

      Verschuif partituur automatisch

      Indien aangevinkt, verschuift deze optie de partituur tijdens het afspelen. Verwijder het vinkje als je wilt dat de weergave stationair blijft.

      Externe links

      • MuseScore metronoom tik demo partituurbestand

      Mixer

        Overzicht

        De mixer maakt het volgende mogelijk:

        • verander instrumentgeluiden (zonder de notenbalknotatie te beïnvloeden).
        • laad virtuele instrumenten en effecten.
        • pas het volume en de panning aan en maak andere aanpassingen aan het afspelen voor elke notenbalk.
          ​
          musescore-4-mixer_nl.png

        De mixer is verdeeld in een aantal kleur gecodeerde kanaalstrips.

        • Instrument: elk notenbalkinstrument in de partituur heeft zijn eigen kanaal met de naam van het instrument onderaan in blauw gemarkeerd. Er wordt ook een instrumentkanaal aangemaakt voor elke instrument wisseling die op een notenbalk wordt toegepast.
        • Metronoom: Dit kanaal, ook blauw gelabeld, maakt het regelen van het metronoomvolume en de panning mogelijk.
        • Aux 1/Aux 2: Dit zijn de hulpkanalen, groen gemarkeerd en die kunnen worden gebruikt om VST-effecten te gebruiken. Aux 1 bevat standaard Muse Reverb (zie hieronder).
        • Hoofdversterker: De hoofd/master fader, rood gemarkeerd.

        Mixer openen

        Je kunt de mixer weergeven/verbergen door:

        • Klikken op de knop Mixer in de Noteninvoer werkbalk.
        • Klikken op Weergave→Mixer.
        • Gebruik de sneltoets F10.

        Opmerking: Als de instrument kanaalstrips niet in dezelfde volgorde staan als de instrumenten in de partituur, probeer dan de mixer opnieuw te sluiten en opnieuw te openen.

        Mixer mogelijkheden

        Elke kanaalstrip bevat de volgende bedieningselementen (beschreven vanaf de boven naar beneden):

        Mixer kanaalstrip

        • Geluid: Zie hieronder.
        • Audio FX: Zie hieronder.
        • Aux signaal: Zie hieronder.
        • Pan: Klik en sleep op de Pan-knop om de audiotrack naar links of rechts in het stereogeluidsveld te verplaatsen. Dubbelklik op de knop om de pan terug te zetten naar de middenpositie.
        • Volume: Klik en sleep de fader om het afspeelvolume te verhogen of te verlagen. Dubbelklik op de fader om deze terug te zetten naar het standaardniveau, 0 dB.
        • Demp (M) en Solo (S): Klik op de demp-knop om het kanaal stil te maken; klik nogmaals om het dempen weer op te heffen, enzovoort. Met de Solo-knop worden alle andere tracks uitgeschakeld, zodat je alleen de solo kanalen kunt horen. Het is mogelijk om voor meerdere kanalen solo- en demp-knoppen te gebruiken, zodat je elke combinatie van instrumenten gemakkelijk kunt maken.
        • Naam: Merk op dat deze naam niet wordt beïnvloed door eventuele wijzigingen in de instrumentnaam in de partituur.​

        Klik op het pictogram met de drie stippen in de rechterbovenhoek van het Mixer-paneel om een besturingselement weer te geven/te verbergen. Je kunt bijvoorbeeld de volumefaders verbergen om verticale schermruimte te besparen voor het bekijken van de partituur.

        Geluid

        De rij met het label Geluid toont de virtuele instrumentenset die in elk kanaal wordt gebruikt. Dit kan een SoundFont (.sf2,.sf3) zijn, zoals MS Basic, een VST-instrument (VSTi) of een Muse Sound. Als je binnen die instrumentenset een bepaald geluid hebt geselecteerd, dan wordt de naam van het geluid weergegeven in plaats van de naam van de set.

        Het geluid van een instrument veranderen

        1. Beweeg de muis over de naam van de virtuele instrumentenset (in de rij gemarkeerd met "Geluid")
        2. Klik op de keuzelijst knop die verschijnt
        3. Zoek en klik op een item in het keuzemenu.

        Opmerking: Dit verandert het geluid van het instrument, maar heeft geen effect op de notatie van het instrument. Als je wilt dat de notenbalk ook wordt bijgewerkt, bijvoorbeeld met correcte transpositie en sleutelwijzigingen, zie Kies instrumenten.

        Vanaf MuseScore 4.2 is het mogelijk om deze methode te gebruiken om een individueel geluid te kiezen binnen een SoundFont. Als je een oudere versie van MuseScore 4 gebruikt, gebruik dan de oplossing beschreven in SoundFonts.

        SFZ-bestanden worden ondersteund, maar alleen met behulp van een VST-sampler; zie SoundFonts.

        Audio FX

        Met elke rij (slot) onder de Audio FX kun je een extra VST effect of Muse Reverb (een native effect) toevoegen. Audio wordt van boven naar beneden verwerkt via de Audio FX.

        • Zoek VSTi in de Geluid keuzelijst en vind VST-effecten in de Audio FX keuzelijst.
        • Om Audio FX(s) op één instrument toe te passen, voeg een Audio FX toe aan de overeenkomstige kanaalstrip.
        • Om dezelfde Audio FX(s) eenvoudig op meerdere instrumenten toe te passen, gebruik je Aux sends.

        Om een Audio FX-plug-in toe te voegen

        1. Beweeg over een leeg Audio FX-slot
        2. Klik op de keuzeknop die verschijnt
        3. Zoek en klik op een plug-in in het keuzemenu.
        4. De plug-in wordt als een apart venster boven het MuseScore-venster geladen.
        5. Wanneer je één effect toevoegt, wordt er automatisch een nieuwe lege rij (slot) gemaakt, zodat je nog meer effecten kunt toevoegen. Herhaal deze stappen om meer effecten toe te voegen.

        Een VST in de mixer laden (geanimeerde afbeelding)

        Een VST effect uitschakelen

        1. Plaats de muisaanwijzer op een Audio FX-slot
        2. Klik op het aan/uit pictogram dat verschijnt

        Dit schakelt de plug-in uit zonder deze uit de mixer te verwijderen.

        Een VST uitschakelen (geanimeerde afbeelding)

        Een VST effect verwijderen

        1. Plaats de muisaanwijzer op een Audio FX-slot
        2. Klik op de keuzeknop die verschijnt
        3. Klik op Geen effect

        Dit verwijdert de effect-plug-in uit de mixer.

        Een VST verwijderen (geanimeerde afbeelding)

        Muse Reverb

        Muse Reverb is de eigen reverb-eenheid van MuseScore. Aan elk instrument wordt standaard een vaste hoeveelheid reverb toegevoegd. Je kunt de hoeveelheid voor elk kanaal aanpassen met de Aux signaal-knoppen naast de blauwe knoppen met het label "Reverb". Het effect kan voor elk kanaal worden in- of uitgeschakeld door op dezelfde knoppen te klikken. Je kunt het uitgangsvolume van de Muse Reverb ook aanpassen met behulp van de Aux 1-fader.

        Aux signaal

        Elke rij (slot) onder Aux signaal bepaalt hoeveel van een corresponderend Aux kanaal effect(en) wordt toegevoegd aan de audio die voor een instrument is gemaakt.

        Er zijn twee Aux-signalen, die overeenkomen met de twee aux-kanalen:

        • De eerste rij bepaalt hoeveel van Aux-kanaal 1 Aux 1 wordt toegevoegd aan het huidige instrument. Dit kanaal bevat standaard het Muse Reverb effect.
        • De tweede rij bepaalt hoeveel van Aux-kanaal 2 Aux 2 wordt toegevoegd aan het huidige instrument, Aux 2 bevat standaard geen Audio FX.
        • Beide aux signalen zijn standaard voor elk instrument ingeschakeld en kunnen afzonderlijk worden uitgeschakeld. Audio wordt verwerkt met Aux 1 en vervolgens Aux 2.
        • Je kunt ook audio-effecten op slechts één instrument toepassen door Audio FX toe te voegen.

        Aux signaal-niveaus (geanimeerde afbeelding)

        Een Aux signaal-rij (slot) tonen/verbergen

        1. Klik op het pictogram met de drie stippen in de rechterbovenhoek van het Mixer paneel
        2. Beweeg over Weergave
        3. Klik op Aux send 1 en/of Aux send 2.

        Aux sends weergeven (geanimeerde afbeelding)

        Een Aux signaal-rij (slot) uitschakelen

        1. Zorg ervoor dat Aux send zichtbaar is
        2. Klik op Reverb om Aux send/signaal 1 uit te schakelen OF klik op Aux 2 om Aux send/signaal 2 uit te schakelen.

        Aux signaal/sends uitschakelen (geanimeerde afbeelding)

        Aux-kanalen

        Aux-kanalen (channels) zijn speciale kanalen om de audio-FX-toepassing te vereenvoudigen. Je kunt audio-FX(s) instellen in één Aux-kanaal en deze vervolgens op meerdere instrumenten toepassen.

        Er zijn maximaal twee Aux-kanalen in elke partituur:

        • Aux 1: bevat standaard de Muse Reverb, maar je kunt deze verwijderen en vervangen door het gewenste audio-effect.
        • Aux 2: is standaard leeg.

        Aux-kanalen tonen/verbergen

        Standaard zijn aux-kanalen verborgen. Een aux-kanaal tonen/verbergen:

        1. Klik op het pictogram met de drie stippen in de rechterbovenhoek van het Mixer paneel
        2. Beweeg over Weergave
        3. Klik op Aux channel(kanaal) 1 en/of Aux channel(kanaal) 2.

        Aux-kanalen tonen (geanimeerde afbeelding)

        Audio FX toevoegen aan een Aux-kanaal

        Het proces is hetzelfde als het toevoegen van Audio FX(s) aan een instrumentkanaal, zie Een Audio FX toevoegen.

        Als er slechts één Audio FX in een Aux-kanaal zit, worden de kanaalstrip en de bijbehorende aux signaal gelabeld met de naam van de Audio FX. Als er meer dan één zijn, worden deze aangeduid met Aux 1 en Aux 2. Mogelijk moet je de partituur opslaan en opnieuw openen om de labels te zien bijwerken.

        Het niveau van een Aux-kanaal aanpassen

        Aux-kanaalstrips zijn voorzien van volumefaders. Dit verandert het volume van het effect over alle kanaalstrips terwijl de corresponderende aux signaal is ingeschakeld. Beschouw dit als het instellen van het maximale volume van de effecten die een instrumentkanaal kan ontvangen.

        Om de effecten van een Aux-kanaal op een instrument toe te passen

        Om aan te passen hoeveel effect een Aux-kanaal doorlaat op elk instrument, gebruik je de knop in de corresponderende Aux signaal rij (slot) op de kanaalstrip van dat instrument, zie Aux signalen.

        Zie ook

        • Muse Sounds installeren

        SoundFonts

          MuseScore gebruikt virtuele instrumenten om audio te creëren voor het afspelen. SoundFont-bestanden (.sf2, .sf3) zijn een van de ondersteunde formaten. Een sf2- of sf3-bestand bevat alle audiogegevens voor een of meer virtuele instrumenten.

          MuseScore wordt geleverd met zijn eigen native SoundFont, MS Basic, dat de meeste instrumentgeluiden bevat die je nodig hebt voor het afspelen van partituren.

          Je kunt ook aangepaste SoundFonts toevoegen en gebruiken, vele daarvan zijn gratis online beschikbaar. Zie ook de lijst in SoundFonts en SFZ-bestanden (MS3-handboek).

          Een SoundFont installeren

          Nadat je een SoundFont naar je computer hebt gedownload, zijn er twee manieren om een SoundFont in MuseScore 4 te installeren:

          1. Sleep het SoundFont-bestand naar MuseScore 4
          2. Plaats het SoundFont-bestand in de map die is opgegeven in MuseScore 4

          Installatie dmv slepen

          1. Open MuseScore
          2. Open je bestandsbeheer (Windows: Verkenner, macOS: Finder)
          3. Zoek het SoundFont-bestand
          4. Klik met de linkermuisknop op het SoundFont-bestand in het bestandsbeheervenster en houd het ingedrukt
          5. Sleep het bestand naar het MuseScore-venster
            • Als het venster van MuseScore niet zichtbaar is, sleep het bestand dan over het pictogram van MuseScore in de systeembalk om het venster van MuseScore te onthullen
          6. Laat de muisknop los om het bestand op MuseScore te "droppen".

          Er zou een dialoogvenster moeten verschijnen waarin je wordt aangeboden het SoundFont-bestand op de juiste locatie te installeren.

          Installatie dmv bestandsmap

          Het is ook mogelijk om SoundFont-bestanden handmatig op de juiste locatie te installeren. Standaard is deze locatie ~/Documents/MuseScore4/SoundFonts, waarbij ~ (tilde) je thuismap vertegenwoordigt. Het volledige pad naar deze locatie is:

          • Windows: C:\Users\GEBRUIKERSNAAM\Documents\MuseScore4\SoundFonts
          • macOS: /Users/GEBRUIKERSNAAM/Documents/MuseScore4/SoundFonts
          • Linux: /home/GEBRUIKERSNAAM/Documents/MuseScore4/SoundFonts

          SoundFont-bestanden die in deze map worden geplaatst, komen automatisch beschikbaar voor gebruik in MuseScore.

          SoundFont-map toevoegen of wijzigen

          Je kunt ook aangeven in welke map(pen) op je computer MuseScore zoekt naar SoundFonts. Als een SoundFont is geïnstalleerd in een herkende map dan zal deze automatisch beschikbaar zijn in MuseScore.

          Specificeer de SoundFont-map in MuseScore 4:

          1. Open Voorkeuren (Mac: MuseScore > Voorkeuren of snelkoppeling Cmd+; Windows: Bewerk > Voorkeuren).
          2. Selecteer Mappen (vóór MuseScore 4.2 was dit onder de categorie Algemeen).
          3. Klik op het mappictogram in de rij SoundFonts.
          4. Klik op Voeg map toe in het dialoogvenster dat verschijnt.
          5. Kies en Open de map locatie waar je MuseScore wilt laten zoeken naar SoundFont-bestanden.
          6. Indien gewenst kunt je meer mappen toevoegen door de bovenstaande vijf stappen te herhalen (optioneel).
          7. Als je klaar bent, klik je op OK. De opgegeven map (of mappen) verschijnen in het tekstveld in de rij SoundFonts.
          8. Klik op OK in het dialoogvenster Voorkeuren om je selectie te bevestigen.

          Specificeer SoundFont-map (geanimeerde afbeelding)

          Geluiden van een SoundFont gebruiken

          Zodra een SoundFont is geïnstalleerd, kun je deze als volgt gebruiken in MuseScore:

          1. Open de Mixer (sneltoets: F10).
          2. Zoek de kolom voor het instrument waarvan je het geluid wilt wijzigen.
          3. Beweeg de muis over de plug-in sleuf van dit instrument in de rij met de markering Geluid (gebruikers van schermlezers: tab totdat je 'geluidsmenu' hoort).
          4. Klik op de keuzepijl die verschijnt.
          5. Ga met de muis over SoundFonts.
          6. Selecteer het SoundFont dat je aan dat specifieke instrument wilt toewijzen.

          Vanaf MuseScore 4.2 is het mogelijk om binnen het SoundFont een specifiek geluid te kiezen. De standaardinstelling Automatisch kiezen instrueert MuseScore om geluid(en) te gebruiken die passen bij het instrument in de partituur.

          Voor sommige instrumenten (zoals viool) die MS Basic gebruiken, zorgen verbale articulatie tekst items (zoals legato, pizz. arco) alleen voor het juiste afspelen als Automatisch kiezen is geselecteerd, zie musescore op github. Daarom verdient het de voorkeur om het MuseScore-instrument te wijzigen, zie het hoofdstuk Je partituur opzetten: van instrument wisselen na het maken van de partituur. Automatisch kiezen werkt alleen met SoundFonts die voldoen aan de General MIDI standaard, zie MuseScore 3 handboek SoundFonts en SFZ-bestanden: soundfonts hoofdstuk.

          Hieronder ziet je de selectie van het SoundFont in MuseScore 4.1.1.

          Een SoundFont laden in de mixer (geanimeerde afbeelding)

          Individuele geluiden selecteren

          Zoals hierboven vermeld, heeft MuseScore 4.2 de mogelijkheid om individuele geluiden binnen een SoundFont te kiezen.

          Vóór MuseScore 4.2 moest je genoegen nemen met de automatische keuze of een oplossing gebruiken waarbij elk afzonderlijk geluid in een afzonderlijk SoundFont-bestand werd verpakt. Voor dit doel is een speciale versie van MS Basic gemaakt. Voor andere SoundFonts kun je ze opsplitsen in individuele geluidsbestanden met behulp van een gratis tool zoals sf2-split of SF2 Splitter. Voor VST's zou je een VST-sampler kunnen gebruiken zoals Sforzando, FluidSynthVST of juicysfplugin.

          SoundFont bewerken

          Dit is mogelijk met behulp van software van derden, zoals Polyphone. Zie voor meer informatie ook Soundfont, MIDI Velocity en Instruments.xml (Handboek voor ontwikkelaars).

          SoundFont verwijderen

          Om een SoundFont te verwijderen, open je gewoon de map waarin het bestand is geïnstalleerd en verwijdert je het.

          Een opmerking over de Zerberus-speler en SFZ's

          Gebruikers van MuseScore 3.6 en eerder zijn wellicht gewend aan het gebruik van de Zerberus-speler, die het .sfz-bestandsformaat ondersteunt. Bij het bouwen van een nieuw systeem dat nu VST-instrumenten ondersteunt, waren veranderingen nodig die de verwijdering van de Zerberus-speler noodzakelijk maakten, evenals de Synthesizer die in eerdere versies van MuseScore te vinden was. Bijgevolg is dat tijdens dit proces een deel van de functionaliteit verloren is gegaan, waaronder de mogelijkheid om specifieke instrumentgeluiden zoals pizzicato en tremolo toe te wijzen aan specifieke MIDI-kanalen. Onze hoogste prioriteit in toekomstige releases van MuseScore 4 is het opnieuw ondersteunen van deze functionaliteit voor VST, SoundFont en de Muse Sounds bibliotheken. Gebruikers die veel afhankelijk zijn van het toewijzen van .sfz-geluiden aan specifieke prestatie instructies, worden geadviseerd eerdere versies van MuseScore te blijven gebruiken totdat we deze mogelijkheid opnieuw inschakelen in MuseScore 4. Het is de moeite waard te vermelden dat de nieuwe systemen die we plannen veel flexibeler zullen zijn, eenvoudig te gebruiken en krachtiger dan die in MuseScore 3.

          Voor degenen die nog steeds SFZ-geluiden in MuseScore 4 willen gebruiken, zijn goede alternatieven de open source VST-samplers, Sfizz (Windows, Mac & Linux) of Sforzando (Windows en Mac), die beide SFZ-afspelen ondersteunen.

          Zie ook

          • SoundFonts en SFZ bestanden (MS 3 Handboek)

          Alternatieven voor SoundFonts:

          • Muse Sounds
          • VSTi

          Muse Sounds installeren

            Opmerking: er is Nederlandse ondertiteling beschikbaar voor deze video.

            Installeren via Muse Hub

            Muse Sounds is een bibliotheek met geavanceerde plug-ins die zrogen voor het realistisch afspelen MuseScore.

            Muse Sounds worden geïnstalleerd met behulp van de Muse Hub-toepassing, die hier kan worden gedownload vanaf musescore.org.

            Na installatie kan Muse Hub worden geopend door op het toepassingspictogram in de menubalk (macOS) of het systeemvak (Windows) te klikken. Klik op Get onder elk geluid dat je in je bibliotheek wilt hebben en het zal meteen beginnen met downloaden en installeren.

            Muse Hub bevat ook een reeks effectplug-ins. Download en installeer deze vanaf het Effects tabblad.

            Zodra een plug-in volledig is gedownload, verschijnt deze in de Mixer de volgende keer dat je MuseScore start.

            Muse Sounds gebruiken in MuseScore

            Alle Muse Sounds-plug-ins die je hebt gedownload, worden automatisch toegewezen aan de juiste instrumenten in je partituur.

            Je kunt MuseScore instellen om altijd de beschikbare Muse Sounds-plug-ins te gebruiken via het dialoogvenster Afspeelinstellingen.

            1. Ga naar Weergave → Afspeelinstellingen.
            2. Selecteer Muse Sounds in het Profielen gedeelte.
            3. Laat Gebruik als standaard voor nieuwe partituren aangevinkt als je wilt dat alle toekomstige partituren ook Muse Sounds moeten gebruiken.
            4. Klik OK.

            Het Muse Sounds-afspeelprofiel zorgt ervoor dat alle Muse Sounds-plug-ins worden toegewezen aan elk beschikbaar instrument in je partituur. Je kunt ook handmatig een Muse Sounds-plug-in toewijzen aan een enkel instrument via de mixer. Dit kan handig zijn voor partituren met meer dan één instrument, waarbij je misschien Muse Sounds-plug-ins wilt combineren met andere VST's of Soundfonts.

            1. Ga naar Weergave → Mixer om de Mixer weer te geven (sneltoets: F10).
            2. Plaats de muisaanwijzer op een plug-in slot naast Geluid.
            3. Klik op de keuzeknop die verschijnt.
            4. Navigeer naar Muse Sounds en selecteer een geluid uit de gewenste bibliotheek.

            Beschikbare geluiden in Muse Sounds

            Muse Sounds ondersteunt momenteel de volgende instrumenten:

            Choir (Koor)

            • Sopranos (Sopraan)
            • Altos (Alt)
            • Tenors (Tenor)
            • Basses (Bas)

            Strings (StrIjkers)

            • Violins 1 (Violen sectie 1)
            • Violin 1 (Solo) (Viool 1 Solo)
            • Violins 2 (Violen sectie 2)
            • Violin 2 (Solo) (Viool 2 Solo)
            • Violas (Altviolen sectie)
            • Viola (Solo) (Altviool Solo)
            • Violoncellos (Cello's sectie)
            • Violoncello (Solo) (Cello Solo)
            • Contrabasses (Contrabas)

            Woodwinds (Houtblazers)

            • Alto Flute (Alt-fluit)
            • Alto Sax (Alt-saxofoon)
            • Baritone Sax (Bariton-saxofoon)
            • Bass Clarinet (Basklarinet)
            • Bass Flute (Bas-fluit)
            • Bassoon (Fagot)
            • Clarinet in Bb (Klarinet in Bb)
            • Clarinet in Eb (Klarinet in Eb)
            • Contrabass Flute (Contrabas-fluit)
            • Contrabassoon (Contra-fagot)
            • English Horn (Alt-hobo)
            • Flute 1 (Dwarsfluit 1)
            • Flute 2 (Dwarsfluit 2)
            • Oboe (Hobo)
            • Piccolo (Piccolo)
            • Soprano Sax (Sopraan-sax)
            • Tenor Sax (Tenor-sax)

            Brass (Koperblazers)

            • French Horns a6 (Hoorn sectie)
            • French Horn (Hoorn)
            • Trumpets a4 (Trompet sectie)
            • Trumpet (Trompet)
            • Trombones a3 (Trombone sectie)
            • Trombone (Trombone)
            • Bass Trombone (Bas-trombone)
            • Cimbasso (Cimbasso)
            • Tuba (Tuba)

            Percussion (Percussie)

            • Bass Drum (Concert grote trom)
            • Bell Tree (Bell tree)
            • Bongos (Bongo's)
            • Cabasa (Cabasa)
            • Castanets (Castagnettes)
            • Claves (Claves)
            • Cowbell (Koebel)
            • Crotales (Crotales)
            • Field Drum (Veldtrommel)
            • Glockenspiel (Klokkenspel)
            • Gong (Gong)
            • Marimba (Marimba)
            • Mark Tree (Barchimes)
            • Piatti (Bekken)
            • Shaker (Shaker)
            • Sleigh Bells (Sledebellen)
            • Snare Drum (Concert snare drum)
            • Suspended Cymbal (Crash bekken)
            • Taikos (Taiko's)
            • Tam-Tam (Tam-tam)
            • Tambourine (Tamboerijn)
            • Timbales (Timbales)
            • Timpani (Pauken)
            • Toms (Concert toms)
            • Triangle (Triangel)
            • Tubular Bells (Buisklokken)
            • Vibraphone (Vibrafoon)
            • Wood Blocks (Woodblocks)
            • Xylophone (Xylofoon)
            • Metronome (Metronoom)

            Keys (Toetsen)

            • Celesta (Celesta)
            • Grand Piano (Piano)
            • Harpsichord (Klavecimbel)
            • Soft Piano
            • Upright Piano (Buffet[iano)
            • Hammond Organ (Hammondorgel)
            • Suitcase Piano (Elektrische piano)
            • Wurly 200A (Wurlitzer 200A elektrische piano)
            • Dream Piano

            Harp

            • Harp

            Guitars (Gitaars)

            • Acoustic Nylon
            • Acoustic Steel Picked
            • Acoustic Steel Plucked
            • Electric Bass
            • Electric LP - Clean
            • Electric LP - Heavy
            • Electric LP - Lead
            • Electric SC - Clean
            • Electric SC - Heavy
            • Electric SC - Lead

            Alle instrumenten die niet door Muse Sounds worden ondersteund, blijven standaard toegewezen aan MS Basic.

            Sound flags

              Sound flags are available starting in MuseScore Studio 4.3

              Overview

              Sound flags can be added to staff text to access additional sounds and playing techniques on Muse Sounds instruments. You can download all the free Muse Sounds instruments (and soon, more sounds from the world’s best audio developers) via the Muse Hub.

              When you add a sound flag (pictured below), it affects playback on the entire instrument from that point forward in the score until it reaches another sound flag.

              Sound flag button next to staff text element

              Using sound flags, you can:

              • Set string playing techniques like espressivo, sul ponticello, and bartok pizzicato
              • Turn the snare on or off on the Muse Sounds Snare drum
              • Choose from different choral phonemes, like ooh, ahh, and mmm

              Sound flag buttons that appear in the score will never be visible when exporting, printing, or publishing your score to MuseScore.com.

              To add a sound flag

              1. Make sure a Muse Sounds instrument is selected in the mixer
              2. Add Staff text from the Text palette or using Ctrl+T (Mac: Cmd+T) to the Muse Sounds instrument's staff
              3. Click the sound flag button next to the text field
              4. Select any of the options to apply it to your score
              5. Play the score to preview the new sound

              To use a sound flag without showing text in the score

              Sound flags must always be attached to a staff text element. If you wish to hide the text:

              1. Select the staff text
              2. In the Properties panel under General, uncheck Visible

              To remove a sound flag

              Selecting the sound flag button and pressing Del will remove it and leave the staff text in place.

              Deleting the staff text will also remove the associated sound flag.

              To hide sound flags in the score

              1. With nothing in the score selected, open the Properties panel
              2. Under General, click the eye icon next to Sound flags

              The sound flag buttons will be hidden. They can still be edited by clicking the associated staff text to reveal its sound flag button.

              Additional options

              To reset a sound flag

              The first options in the Modify sound and/or Playing techniques sections of the sound flag popup are the default sounds. If you wish to quickly reset a sound flag to these sounds:

              1. Select a sound flag button
              2. Click the three-dot button in the top right and select Reset to default sound

              To select multiple sounds on one sound flag

              You may wish to combine more than one sound option to play at the same time. If a sound flag has the Modify sound section, you can do the following:

              1. Select a sound flag button
              2. Click the three-dot button in the top right and select Allow multiple selection
              3. Then, select more than one sound flag button to hear the sounds together in playback

              To change which staves a sound flag affects

              By default, sound flags affect all staves on an instrument, but this can be changed.

              1. Select a sound flag button
              2. Click the three-dot button in the top right and uncheck Apply selection to all staves
              3. Repeat for sound flags on other staves

              Sounds without sound flags

              Not all Muse Sounds instruments have sound flag options. If we haven’t included any sound flag options yet, you’ll see this in the sound flag popup:

              No sound flag options

              Keyboard navigation

              To add a sound flag using the keyboard

              1. Select a note or rest
              2. Press Ctrl+T (Mac: Cmd+T) to add Staff text
              3. Type anything in
              4. Press Esc to select the text
              5. Press Alt+Left (Mac: Opt+Left) to open the popup
              6. Use Tab and arrow keys to navigate within the popup and Space to select

              See also

              • Installing Muse Sounds

              Capo afspelen (MS 4.0.2 en eerder)

                Deze pagina laat zien hoe je Capo-markeringen toepast in MuseScore-versies vóór MuseScore 4.1. Zie Capo's gebruiken voor de nieuwe methode voor het toepassen van capo's in MuseScore 4.1 en hoger.

                Een capo-markering aan je partituur toevoegen (vóór MuseScore 4.1)

                Met MuseScore kun je het afspelen van een notenbalk transponeren zonder de muzieknotatie (geschreven toonhoogte) te veranderen. Dit simuleert het effect van een capo op een gitaar (of ander snaarinstrument).

                Aan een enkele notenbalk

                1. Voeg notenbalktekst toe aan de noot/rust waarvan je wilt dat de capo-weergave begint.
                2. Open het dialoogvenster Notenbalktekst-eigenschappen.
                3. Klik op het tabblad Capo-instellingen.
                4. Schakel het selectievakje "Capo-instellingen" in en stel "Capo fret" in op het fretnummer waarop je de capo wilt toepassen (elke fret verhoogt de toonhoogte met een halve toon).
                5. Klik op OK om de wijzigingen toe te passen.
                6. Pas de tekst naar wens aan.

                Aan een notenbalk/tabulatuur paar

                Gebruik een van de volgende:

                • Indien gekoppeld, voeg de capo toe aan de standaard notenbalk—niet de tablatuur.
                • Indien niet gekoppeld, voeg de capo toe aan beide notenbalken.

                Opmerking: alle capo-afspeelinstellingen zijn van toepassing totdat ze worden overschreven door een volgende notenbalktekst met "Capo-instellingen" ingeschakeld.

                Zie ook

                • Akkoordsymbolen: capo fret positie

                Swing afspelen

                  Overzicht

                  Muziek in "straight" wordt strikt uitgevoerd zoals geschreven in de partituur. Daarentegen interpeteert muziek in swing-tijd achtste en zestiende noten als triolenparen, waarbij de eerste van het paar ongeveer twee keer zo lang is als de tweede. Dit geeft het ritme een karakteristiek veerkrachtig gevoel, vaak geassocieerd met jazzmuziek. bijv.

                  Swing achtste:

                  swing_eighths.jpg

                  Swing zestiende:

                  swing_sixteenths.jpg

                  In plaats van geswingde muziek precies te noteren zoals ze wordt uitgevoerd, is het een geaccepteerde gewoonte om het normaal te schrijven en eenvoudigweg de geschreven aanduidingen "Swing" en "Straight" op de juiste punten in de partituur te geven.

                  Swing-markeringen hebben een afspeeleffect op de partituur. De standaard swingratio is 60% (3:2), maar je kunt dit desgewenst aanpassen aan het gevoel van het stuk.

                  Een swing of straight markering aan je partituur toevoegen

                  Een swing markering toevoegen

                  1. Klik op de bestemmingsnoot of -rust.
                  2. Klik op de tekst Swing in het Tempo palet.

                  Je kunt ook de Swing-tekst uit het palet slepen en neerzetten op de betreffende noot of rust.

                  Je kunt desgewenst ook een visuele swingmarkering toevoegen.

                  Een straight markering toevoegen

                  1. Klik op de bestemmingsnoot of -rust.
                  2. Klik op de tekst Straight in het Tempo palet.

                  Merk op dat de bovenstaande markeringen een vorm zijn van Systeemtekst en daarom wordt het afspeeleffect toegepast op alle notenbalken in het systeem. Als je swing wilt toepassen op slechts één notenbalk, kun je in plaats daarvan Notenbalktekst gebruiken: zie hieronder.

                  Swing-afspelen aanpassen

                  Pas het type en de mate van swing aan

                  1. Klik met de rechtermuisknop op de Swing-tekst in de partituur en selecteer Systeemtekst-eigenschappen.
                  2. Bewerk in het tabblad Swing-instellingen de "Swing" en "Swingratio" naar wens.

                    Swing-instellingen venster

                  Opmerking: Swing-instellingen zijn te vinden in zowel systeem- als notenbalktekst.

                  Pas swing toe op slechts één notenbalk

                  Als je de swing wilt toepassen op slechts één notenbalk in het systeem, gebruik dan notenbalktekst:

                  1. Selecteer de bestemmingsnoot of -rust.
                  2. Klik op de indicatie Notenbalktekst in het Tekst palet.
                  3. Bewerk de tekst om de gewenste uitvoerings-indicatie te creëren
                  4. Klik met de rechtermuisknop op de tekst en selecteer Notenbalktekst-eigenschappen. Je kunt ook het tekstobject selecteren en in het paneel Eigenschappen op de knop Notenbalktekst-eigenschappen klikken.
                  5. Bewerk in het tabblad Swing-instellingen de "Swing" en "Swingratio" naar wens.

                  Working with MIDI

                    This section needs to be organized / written by someone with an understanding of how to use MIDI input/output in MuseScore 4. If JACK is still supported, it could be discussed here too, or in a new page.

                    Werken met VST en VSTi

                      Inleiding tot VST

                      Virtual Studio Technology (VST) is een audio plug-in software-interface onder licentie van Steinberg die softwaresynthesizers en effectapparaten integreert in digitale audiowerkstations. De meeste VST-plug-ins zijn instrumenten (VSTi) of effecten (VSTfx). VSTi bevat softwaresimulatie-emulaties van bekende hardwaresynthesizers en samplers.

                      VST's installeren

                      In MuseScore 4 worden alle compatibele VST-plug-ins die op een Windows of MacOS computer zijn geïnstalleerd automatisch beschikbaar gemaakt in de Mixer, waar je eenvoudig kunt schakelen tussen VSTi-plug-ins, meerdere VST-effecten kunt stapelen en toegang hebt tot plug-in-interfaces voor verder maatwerk. Merk op dat Linux nog niet wordt ondersteund (maar zie Linux VST3).

                      Nadat je nieuwe VST's op de computer hebt geïnstalleerd, moet je MuseScore 4 mogelijk opnieuw opstarten om ze zichtbaar te maken in de mixer. Als dit niet werkt, kun je een nieuwe scan van VST's forceren door eerdere cache-instellingen te verwijderen voordat je opnieuw opstart. Op Windows 10 is het betreffende bestand te vinden op:

                      C:\Users\ [je gebruikersnaam] \AppData\Local\MuseScore\MuseScore4\known_audio_plugins.json

                      MuseScore 4 ondersteunt alleen VST3-plug-ins (VST2 wordt niet ondersteund vanwege licentiebeperkingen). Als je VST1 of VST2 gebruikt, zie Hoe oudere, niet-VST3 plug-ins gebruiken in MuseScore 4 (Engelstalig).

                      Opmerking: Geluidsinstellingen in de Mixer worden samen met de partituur opgeslagen, maar niet in het programma.

                      VST-plug-ins inschakelen, uitschakelen, verwijderen en vervangen

                      Zie Mixer: Geluid en Audio FX voor meer informatie over het werken met VST-plug-ins in de Mixer.

                      Zie ook

                      Alternatieven voor VST-instrumenten:

                      • Muse Sounds
                      • SoundFonts